Ontmoeting met Meryl Streep na een prachtig natuurgebied

18 augustus 2016 - Mojkovac, Montenegro

Vandaag was misschien wel de allermooiste dag van deze reis. We stonden wederom vroeg op (te vroeg voor het ontbijt van het hotelletje, maar daar hadden we de dag ervoor al op geanticipeerd door boodschapjes als yoghurt met muesli te halen. Dus dat hebben we opgegeten op onze hotelkamer), het brood met voorverpakte salami ging in de rugtas voor een ontbijt-picknick, en na een reguliere bandenpompsessie en een snelle koffie bij een cafeetje op het terras (waar we heel raar werden aangekeken door de stamgasten), zijn we rond 7.30u vertrokken richting het Biogradska nationale park. Tassen loodzwaar van de liters water, want we wilden geen risico's nemen om zonder te komen zitten dit keer.

We wisten van tevoren dat het vanaf de start klimmen zou worden. Eerst ca. 500 meter klimmen over asfalt, van het dorpje naar het "ski resort" op 1500m, daarna zou het asfalt ophouden en was het nog eens 500 meter naar het hoogste punt van de route door het park, op ca. 2000m. Maar dat eerste stuk viel me bijzonder zwaar. Ook al was het niet heel steil en bovendien op goed asfalt, ik had de slaap nog in mijn benen na 2 rustdagen, en bovendien speelde m'n heup op. Links dit keer, heel vreemd, maar die had al eerder moeilijk gedaan bij het omhoog fietsen. Juist als het rechterbeen gas gaf en de linker dus naar boven bewoog, leek het alsof die hefspier aan de voorkant steeds over een richeltje knapte. En dat dan bij elke omwenteling van de trappers, een heel irritant, pijnlijk gevoel. Matthijs maakte zich zo'n zorgen om mijn trage gedoe en mijn zware ademhaling, dat hij zelfs voorstelde om het tot het ski-gebeuren te blijven volhouden, maar als het niet zo gaan, we rechtsomkeert zouden maken, downhill again en we maar via de grote weg om het park heen moesten. Dat zou doodzonde zijn want de omgeving was nú al magisch mooi en dan waren we nog niet eens ín het natuurgebied. We fietsen langs een berg links en een beekje rechts (steeds dieper) en bomen en vogeltjes en er was nauwelijks verkeer. En Biogradska Gora, een van de laatste oerwouden van Europa, lonkte... Gelukkig kon ik mijn linkerheup een soort van knakken door het been gestrekt naar achteren te rekken, dat luchtte op en ik kon weer vrijwel pijnloos verder, maar ik was inmiddels wel aardig buiten adem van het raar omhoog fietsen. We waren pas 10km op pad, maar besloten toch maar te pauzeren op een plek waar we niet teveel aangevallen werden door steekvliegen, en daar maar meteen de ontbijt-picknick te nuttigen.

Toen we dat gehad hadden, bleken we 2 bochten verder al bij het ski-gebeuren te zijn! Dat hield niet meer in dan een parkeerterrein, 2 liften (niet-werkend) en een kudde schaapjes op een keurig, kortgeschoren piste. Het deed een beetje denken aan Altaussee, maar dan nog veel beperkter. Fysiek ging het na onze pauze een stuk beter, het pad was verder alleen nog maar kiezels, gravel en keien, en bij tijd en wijlen te ruig of te steil voor onze bandjes, waardoor we dan moesten lopen. Maar mooi dat het was!

Eerst gingen we over een soort karrenspoor tussen de bomen, een pad waar we halverwege bulldozers en vrachtwagens tegenkwamen die werkzaamheden aan het skigebied uitvoerden. Dat zorgde ervoor dat we een paar keer extra de kaart moesten bekijken en gokken welke kant we op moesten, want ze hadden ook het pad verlegd dus Google Maps snapte dan niet meer waar we waren. Meteen al spannend!

We lieten het bulldozergeluid al snel achter ons, wat plaats maakte voor het zoete geklingel van koeienbellen, en daar was dan ineens een eerste hoogvlakte met van die schattige koeien die daar los liepen tussen een paar houten huisjes, een "eco village". We fietsten er omheen, namen er een eerste verkeerde afslag (we volgden gewoon het pad) en fietsten er even later weer terug, op zoek naar de echte route. Het bleek linksaf het weiland in, een steile weide waar paarden stonden, waar een groot verboden-in-te-rijden-bord stond en geen weg of pad was, hooguit een karrenspoor door het gras de heuvel op. Er liep een boer met z'n paarden te klooien maar hij sloeg geen gade op ons en zei ook niks van onze mogelijk onbevoegde aanwezigheid daar, dus wij besloten, tussen het fotograferen door, toch maar de fietsen hier naar boven te rollen. Een stukje naar boven werden we al getrakteerd op de eerste prachtige uitzichten op alle bergen rondom, met een groep paarden op de voorgrond. Op de berg tegenover ons zagen we de geschoren pistes. Nog verder wandelend/klimmend naar boven kwamen we langs het andere verboden-in-te-rijden-bord, wat betekende dat we de paardenweide hadden gehad. Wat daarna volgde was 25km aan waanzinnige natuur, heerlijke stukken karrenspoor door het gras, over kiezelpaden of keien (wederom voorzichtig aan met onze dunne, profielloze bandjes) of harde modder, langs een aantal ruige verticale rotsen en gletsjer-achtige hopen stenen, langs diepe afgronden, over mooie hoogvlaktes met prachtige uitzichten, over steile paden op of neer, vlakkere stukken met roofvogels cirkelend boven ons hoofd en klingelende schaapskuddes met fluitende herders in de verte, met een dreigende onweerswolk drie bergketens verderop (maar zelf in het zonnetje), op de hoogvlaktes weinig bomen, meer grasvlaktes, laag struikgewas, met veel vogeltjes om ons heen, een wilde bloemenzee in de berm... Allemaal zo adembenemend mooi dat we voortdurend moesten stoppen voor nóg een foto! Nóg een foto..! En af en toe moest ik ook afstappen omdat de kiezelstenen toch een te groot risico vormden voor mijn dunne racebandjes.

We lunchten bovenop een rots tussen het groen, met de rest van het brood, de salami en fotocamera's in de aanslag, want zouden we dan hier een beer voorbij zien sjokken? Uiteraard niet, maar het idee was al spannend genoeg. Er waren wel roofvogels boven ons hoofd met elkaar aan het vechten en daar konden we ook toffe foto's van schieten. Zo nu en dan kwamen we wel wandelaars tegen en dus een paar van die eco village hutjes. Daar zaten dan Montenegrijnen voor die huisjes, die ons aanspraken en ons probeerden binnen te lokken voor een drankje. Maar we wilden door naar het meer...

Op den duur reden we het bos weer in naar beneden. En nét toen ik weer even was afgestapt vanwege te scherpe kiezels sloeg het noodlot toe en zei mijn voorband PSSSSSSSSHHHHHH. Dus ik op mijn fluitje blazen (die zit toevallig aan mijn bergbeklimmersrugzak in case of lawines, en we hebben afgesproken dat dat een teken is dat er iets serieus aan de hand is en Matthijs moet stoppen en omkeren, aangezien hij meestal voorop fietst)... Gelukkig hadden we allebei zowel nieuwe binnenbandjes bij ons als een bandenplaksetje en een pompje, dus vol goede moed begonnen we op dat bospad het voorbandje te vervangen. Dat gaat sneller dan plakken, dachten we, en de kapotte zouden we dan later plakken en als reserve meenemen. Helaas bleek het nieuwe binnenbandje óók lek door een beschadiging bij het ventiel, dus besloten we dan maar beide lekken in de 2 bandjes alsnog tegelijkertijd te plakken, om vervolgens de sterkste er weer in te doen. De enige schokkende constatering was wel dat het tubetje lijm uit het bandenplaksetje (dat we in Oostenrijk al eens hadden gebruikt) na deze 2 plakkers wel op was. En Matthijs' achterband liep ook elke dag iets teveel leeg, dus die kon alvast niet meer geplakt maar alleen nog vervangen worden... Beetje balen, we vonden onszelf aardig stom dat we niet meer binnenbandjes en plaksetjes hadden meegenomen, maar goed. Toen de reparaties gedaan waren en het ene bandje weer in de buitenband en netjes om de velg opgeblazen was, en de andere weer opgerold in het zadeltasje, konden we de afdaling eindelijk wel weer voortzetten.

Maar na dit langdurige gehannes op een schaduwrijke bospad was ik alleen wel flink koud geworden, en ook wat zenuwachtiger voor nog meer lekke bandjes, dus heel snel ging dat laatste stuk niet meer. Gelukkig was het verder alleen nog maar afdalen en niet meer klimmen, en bovendien ging dit laatste stuk door een magistraal bos, langs gigantische, mooie, oeroude bomen met dikke lagen mos of klimop op de bast, langs beekjes, stroompjes en watervalletjes, door de zoete, herfstige geur van paddenstoelen. Alwéér zo gaaf!

Zo'n 27 haarspeldbochtjes later bereikten we het meer. Zo'n groenblauwe plas tussen de bergen in. Het had heel mooi kunnen zijn als we niet zo verwend waren geweest met het vergelijkbare meer dat we spontaan aantroffen in het Salzburgerland, toen we daar fietsten. Dit meer was een beetje een tegenvaller, maar misschien ook vanwege de toeristische ambiance hier. Er lagen bootjes in het water aan een steigertje, er waren gebouwtjes neergezet zoals een tourist information point, een toiletgebouwtje en kampeerfaciliteiten. Er was een parkeerterrein voor auto's en campers, en het restaurant dat we op de kaart hadden gezien bleek een soort geïmproviseerd, verhoogd terras met een koelkast vol bier en sap, een diepvries met ijsjes en een knul die '90's house via z'n telefoon door boxjes liet knallen. Wij hadden ons een wat serenere plek voorgesteld... Inmiddels begonnen we ook wel zin in een warme maaltijd te krijgen, en dat zouden we hier ook niet gaan vinden (tenzij we bij een groepje Franse kampeerders aan zouden sluiten die daar net hun barbecue opstookten), dus na een drankje zijn we maar weer doorgegaan.

Vanaf het meer was er weer asfalt en deze bosweg bergafwaarts eindigde op de grote weg langs de rivier de Tara. Deze weg moesten we nog een paar kilometer volgen tot het sterretje op de kaart: de afslag naar onze volgende overnachtingsplaats nabij de plaats Mojkovac. We hadden het adres hiervan niet op Google Maps kunnen vinden, dus moesten vanaf de afslag mensen aanspreken om te vragen naar Koliba Corić. Het weggetje ging al gauw weer steil omhoog en inmiddels waren we wel redelijk moe en toe aan een douche, dus we verzuchtten nog dat we hier niet zo'n zin meer in hadden. Maar steeds als we mensen vroegen waar het was, wezen ze druk in de richting van daar verderop! Het weggetje werd steeds langer, ging alweer richting de volgende berg en toen was daar het bordje: "Koliba Corić: 1700 meter"... We ontploften bijna, dát hadden ze er niet bij gezegd op Booking.com! Het vooruitzicht dat we nu opnieuw 1000 meter moesten klimmen was dusdanig onaangenaam dat we dreigden de handdoek in de ring te gooien, rechtsomkeert te maken en een ander hotelletje in Mojkovac te gaan zoeken.

Gelukkig hebben we dat niet gedaan. Even verderop was daar namelijk nóg een bord bij een woonhuis: "Koliba Corić information point". En toen we daar afstapten waren daar 2 vriendelijke kerels met allerlei kindertjes, die wederom nauwelijks Engels spraken maar wel duidelijk konden maken dat ze bij de toko hoorden en dat ons wel even naar boven wilden brengen met de fietsen achterin een van hun auto's. Matthijs bij de fietsen, ik met die andere vent mee ("Is dat verstandig?" "Nou, hij heeft z'n peuter op zijn arm dus als hij mij wat aandoet, doe ik zijn kind wat aan"), kindertjes werden ingeladen, ook op schoot bij de bestuurders, en in de tweede versnelling kachelden we zo naar boven. Een steil weggetje wederom, de dikke natuur weer in. Matthijs werd gereden door zowel die man als het kind op schoot dat mocht sturen. De héle weg kennelijk. En héél goed ook! Wat een belevenis weer.

Eenmaal boven troffen we het meest idyllische tuinhuisje aan dat je kunt verzinnen, tegen een heuvel vol wilde bloemen, met bomen rondom waarvan één een boomhut-plateau had, dit alles uitkijkend op een boomgaardje, een grasveldje, een moestuin... De vrouw die ons daar ontving was de dubbelganger van Meryl Streep, een lange vrouw met vriendelijk rond gezicht, haar blonde haren slordig in een knot, handen paarsgekleurd van het bessenplukken en zwarte aarde onder haar nagels. Ze excuseerde zich in redelijk Engels (en luide stem, anders konden we het vast niet verstaan) dat ze net in de tuin had gewerkt, en ging vervolgens als een razende door het huisje om ons alles te laten zien. Heel grappig, want ze deed dat zelfs op een beetje een Meryl Streep-achtige wijze. Het was alsof we in een romantische film waren beland. Het houten hutje was van alle gemakken voorzien, maar we hadden één groot probleem: we hadden geen eten bij ons om te koken, en we zaten hier in de middle of nowhere, er waren geen winkeltjes of restaurants in de buurt. Geen probleem, zei Meryl Streep, want ze deed ook aan homecooked meals bezorgen. Er kwam een geplastificeerd A4 tevoorschijn met daarop ontbijt-, lunch- en dinerkeuzes, maar vanwege het tijdstip (het was inmiddels 19.30u) maakte Meryl de keuze voor ons. Ze wees een lunchgerecht voor 6 euro aan op haar menukaart: grilled meat. "Ready 9 o'clock!" Nou, dat klonk heerlijk dus graag. Konden wij intussen uitgebreid douchen.

Matthijs: "Het was een Meryl Streep-zelfgebouwd sprookjeshuisje. Met een boomhutontbijtplekje, moestuin en superuitzicht."

Toen Meryl met haar hele familie was vertrokken zei Matthijs me dat we vóór de douche nog even de fietsen moesten bestuderen, want hij had een zorgwekkende sis gehoord tijdens het autoritje naar boven. Dat resulteerde wederom in een uur sleutelen en fietsen schoonmaken, ze waren namelijk ook behoorlijk vies geworden van ons laatste avontuur. We hadden een buitenkraantje, een teiltje en een spons gevonden, en er schenen nog wat laatste zonnestralen, dus mijn voorwiel ging er weer uit om nog eens goed te controleren op lekken en we besloten ook Matthijs' achterbinnenband te vervangen. Het idee was dat we dan in de loop van de vakantie nog een keer bandenplaklijm konden vinden ergens, of misschien had Meryl Streep dit in de schuur liggen voor de kinderfietsjes van haar vele kindertjes. Dat zouden we vragen zodra ze het eten kwam brengen. Het achterwiel van Matthijs' fiets eruit halen was vooral spannend, want hij heeft schijfremmen en dat komt allemaal erg nauw. Maar het bandje vervangen ging goed (we worden er al zeer bedreven in) en het terugzetten van het wiel leek ook goed te gaan. In mijn voorband konden we geen extra lek vinden, dus de sis die Matthijs had gehoord bleef een mysterie (misschien een trapper tegen een ventiel?) en we gokten erop dat mijn band zou houden. Na nog wat soppen en de kettingen smeren konden de fietsen worden geparkeerd, en wij onder de douche.

Rond 21u stond Meryl Streep weer voor de deur met haar complete gezin en een mand vol eten aan haar arm. Daar kwam een enorme fles wijn uit ("Is graties to welcome you!"), ongeveer 1kg aan gebraden vlees, enorme hompen witbrood en een bak vol gesneden komkommer en tomaat. Een middeleeuws maal kortom (met hoofdpijnwijn, maar dat bleek de volgende dag pas). We hebben al eerder ontdekt dat men hier vooral veel vis en veel vlees eet, vaak met aardappelen, hompen brood en grote stukken fetakaas, stevig voer dus. Als je een mixed salad bestelt krijg je een ongeïnspireerd bord kale tomatenschijfjes, plakjes komkommer en fijngesneden witte kool. Nu dus ook, maar zonder de kool. De grote hoeveelheid vlees, daar moesten we het vooral mee doen. Vette worstjes, kebab, kip- en varkensfilet, speklapjes... Niet echt gekruid of gemarineerd maar toch best lekker én welkom na de enorme inspanningen die we die dag hadden geleverd. Daarna zijn we op de pikdonkere zolder van het huisje in één van de bedden (er stonden er meerdere) in een diepe slaap gevallen.

Matthijs was deze vakantie trouwens het boek 'The Martian' aan het lezen. Over een missie naar Mars die natuurlijk mis gaat en de overleving en reddingsactie van de astronaut die er achterblijft... Superspannend! En ik las Guus Kuijers 'De bijbel voor ongelovigen II'. Minder spannend, maar wel grappig en goed voor de algemene ontwikkeling.