Dag 7: Geen quetzal, maar wel nog meer kolibries in Orosi Valley

15 november 2019 - Orosi, Costa Rica

​De wekker ging vroeg want we zouden op quetzal-jacht vanochtend. Dat wil zeggen: zo vroeg mogelijk een kijkje gaan nemen in de avocadoboom naast huisje 3, iets verderop op het pad naar beneden, en daarna een trail lopen. Dus dat betekende weer ontbijten met koffie, een fruitje en een noodreep, en snel aankleden om naar buiten te kunnen.

​We zagen dat het droog was en de lucht helder: het zou best wel eens een mooie zonsopkomst kunnen worden. Maar dan moesten we wel snel zijn. Je zit hier zoveel dichter op de evenaar, waar de zon loodrecht op de aarde schijnt, dus hier kennen ze geen gouden uurtjes. De zonsopkomst en zonsondergang gaan hier veel rapper dan bij ons. Wil je dus een mooie foto maken, dan moet je opschieten. Dus we kleedden ons snel aan en grepen onze camera's om het zachte licht buiten vast te leggen. Echter, de zonsopkomst viel uiteindelijk een beetje tegen. Er was nog teveel berg om overheen te piepen. Dan maar gauw op pad. We hadden immers een nog veel belangrijkere missie voor de boeg: op zoek naar de quetzal!

Rond 5:45 uur liepen we het pad af naar beneden, eerst langs huisje 2 waar een ouder Amerikaans stel logeerde, via gekke vogelgeluiden uit de bosjes waarvoor we natuurlijk moesten stoppen om foto's te nemen, richting huisje 3 met de avocadoboom ernaast. 10 minuten later stonden we daar, en Peter kwam vrijwel meteen uit het huisje naar ons toe lopen. Niet te snel, want de helling was voor deze man op leeftijd ook best een ding. Bovendien droeg hij volgens mij nog half zijn pyjama: een joggingbroek met trui, dikke sokken in sloffen, warme muts op zijn kop. Hij wees de betreffende boom voor ons aan. Volgens Peter was de quetzal een half uur geleden nog hier geweest... Shit shit shit!! Hadden we toch die zonsopkomst moeten overslaan en meteen hierheen moeten lopen! Wat stom zeg. We maakten nog een praatje met Peter, terwijl Francisca in een knalroze ochtendjas vanuit de deuropening naar ons zwaaide, en toen hij écht terug naar huis moest want zijn ontbijt zou klaarstaan, ondernamen wij nog één tevergeefse poging bij de avocadoboom, om vervolgens de wandeling verder naar beneden in te zetten. 

We kwamen al gauw aan bij een mooie beek. Er waren weinig vogels te zien hier, maar stromend water brengt ook altijd mooie plaatjes teweeg. Dus de telelens werd vervangen voor de breedhoeklens, de statieven kwamen tevoorschijn en een tijdje vermaakten we ons prima met mooie shotjes van de beek. We liepen door langs de beek. Even verderop stond een toiletgebouwtje. Keurig. En weer wat verder was een hangbruggetje over de beek gespannen. Het zag er een beetje flimsy uit, ik durfde er eigenlijk niet overheen. Net toen we besloten hadden inderdaad aan deze kant van het water te blijven, kwamen daar Nelson (de man die ons eergisteren had ontvangen) en een andere man aanlopen, met allerlei gereedschap in hun handen. Ze gingen kennelijk net aan de slag met deze brug. Misschien repareren of spannen? Dat was waar ook, Peter had gezegd dat er werkzaamheden aan de trails plaatsvonden. We liepen weer een eindje verder, en langzaam maar zeker kroop de zon steeds hoger, totdat deze boven de bergtoppen uit kwam en de beek en de bomen er omheen prachtig verlichtte. Wauw. We klommen over de met mos bedekte rotsen, om op stepping stones midden in de beek te gaan staan voor de beste plaatjes. De poten van onze statieven in het water, wijzelf balancerend op natte, soms gladde stenen, de zon scheen door de bladeren en schitterde op het water. Prachtig. Aan de overkant verscheen een figuur: het was Peter weer! Hij lachte goedkeurend naar ons en zwaaide, waarschijnlijk blij te zien dat we ons zo heerlijk stonden te vermaken daar.

Riviertje fotograferen Riviertje fotograferen

Na een klein uur fotograferen hadden we het wel gezien. We moesten ook weer op pad die dag, dus we konden het niet te laat maken. Op de weg naar boven wierpen we natuurlijk nog een blik in de avocadoboom. Niks te zien, helaas. We kwamen ook nog de man van huisje 2 tegen. Ook alweer zo'n ontzettend vriendelijke Amerikaan, gewapend met dikke camera, die net op weg was naar beneden. We maakten een praatje. Dit stel kwam uit Salem, Oregon. Hij vond het leuk te horen dat wij daar 2 jaar geleden de zonsverduistering waren komen bekijken. We zwaaiden naar zijn vrouw toen we langs huisje 2 kwamen. 

Net toen we weer terug bij ons eigen huisje waren, kwam er toch ineens weer een dikke wolk het dal en daarna onze achtertuin in drijven. Tijd om in te gaan pakken en te vertrekken. Want dat glibberige modderpad moesten we ook nog af zien te komen. Dus we maakten ons klaar voor vertrek. Wel met enige pijn in het hart, aangezien we de quetzal op een haar na hadden misgelopen. We namen uitgebreid de tijd om onze tassen in te pakken en afscheid te nemen van dit fijne huisje. Maar rond 10:45 uur moesten we er dan echt aan geloven. 

Matthijs had de eer de griezelige manoeuvre uit te voeren: het steile, smalle, hobbelige, modderige pad af naar huisje 2, waar we konden keren, om ditzelfde pad dan weer naar boven te rijden. Gelukkig had deze auto een 4x4 functie. Daarna draaiden we het asfalt op, langs Dantica Cloud Forest Lodge hotel, langs Miriams restaurant, weer helemaal naar boven naar de snelweg.

We waren nog maar enkele kilometers op weg toen we een supermarkt aangekondigd zagen. Misschien wel handig om wat boodschapjes mee te nemen, leek ons, aangezien we de afgelopen dagen ook goed gebruik van handige etenswaren als noodrepen en fruit hadden gemaakt. We parkeerden op de grote parkeerplaats, voor een lang gebouw waarin meerdere winkels leken te zitten, en kozen een willekeurige uit. Buiten lagen joekels van mooie, rijpe avocado's, tevens enorme tomaten, fruit en andere groenten. Binnen vooral veel ongezonde snacks: koekjes, zoete broodjes, snoep in alle kleuren van de regenboog, nootjes, zoutjes en chips in duizend smaken en formaten, en koelkasten vol frisdrank. We kozen op mijn verzoek voor een netje van die heerlijke grote avocado's, dat leek me wel wat, twee bananen en verder in de categorie noodrepen: spannende koekjes, Pringles, een flesje cola en een doosje snoepjes voor in de auto (van die heerlijke frambozen/bramensnoepjes). Ook lag dezelfde koffie daar als die we bij Miriams restaurant hadden gekocht, dus zo'n zakje ging ook mee. We rekenden veel te veel af bij de zwijgzame meneer achter de kassa, en met ons tasje vol ongezonde meuk liepen we terug naar de auto. Toen viel ons ineens op dat er ook een wegrestaurant in het gebouw zat. Het rook er eigenlijk ook heel goed. We hadden natuurlijk niet echt goed ontbeten en het liep alweer tegen lunchtijd (vandaar misschien ook de grote hoeveelheid rommel die we zojuist hadden aangeschaft, we hadden kennelijk gewoon trek!). Dus we besloten al gauw om de boodschappen in de auto te leggen en hier een hapje te eten. 

Je moest met je dienblad langs de counter lopen en kon daar ofwel iets kiezen uit de chafing dishes (warmhoudbakken), ofwel iets bestellen, dat was een beetje onduidelijk. We kozen voor een sandwich (wat op het eerste oog een rijkbelegde baguette leek, maar die door de medewerker achter de counter tussen een rooster werd geplet tot een panino) en een soort boerenomelet waar je twee kleine tortilla's bij kreeg. Bij de kassa werden 2 zwarte koffie voor ons getapt. Daar vond je ook het bestek. Nét de La Place zoals wij 'm kennen van langs de snelweg! We kozen een tafeltje om daar even rustig voor deze lunch en alles om ons heen te genieten. Er zaten een aantal truckers, een ouder stel, een paar wat jongere mensen... Het eten was ook best oké trouwens, net als de koffie, maar we vonden het vooral leuk om per ongeluk in zo'n soort wegrestaurant cq. truckstop terecht te komen.

Daarna volgde een lange rit naar Orosi. Matthijs ging opnieuw achter het stuur, want ik was er nog steeds niet helemaal zeker over. We kwamen weer langs de kleine, groen uitgeslagen windturbines op de top van de berg, die we op de heenweg ook hadden gezien, en langs het winkeltje Jack and Charlie Souvenir waar we op de heenweg koffie hadden gedronken, en moesten ook weer door de stad Cartago. We reden onder meer over de Inter-American Highway South, een weg die begint in San José en eindigt bij de grens met Panamaweg, maar eigenlijk onderdeel is van de Pan-American Highway. Dit netwerk van wegen loopt helemaal van Fairbanks in Alaska tot Vuurland in Argentinië. Grappig dat je dan een megasnelweg verwacht, maar het in werkelijkheid gewoon een drukke tweebaansweg is.

Windenergie op de berg De rit van San Gerardo de Dota naar Osori

​Rond 13:00 uur reden we de Orosi Vallei in, een prachtig, maar ook ineens vrij vlak landschap (wat opviel omdat we zojuist op een weg met talloze bochten en grote hoogteverschillen hadden gereden) waar een rivier doorheen sneed, omringd door glooiende heuvels en hoge bergen. In de lucht zagen we allerlei roofvogels cirkelen. Het dorpje Orosi zag er op de kaart uit alsof een heel luie persoon op ruitjespapier met de liniaal het stratenplan had gemaakt, het was echt een kaarsrecht blokjespatroon. We moesten volgens de navigatie vanaf de hoofdweg ongeveer de 8e straat naar rechts, en dan zat het hotel aan het einde van het laatste blok naast de ingang van de thermal pools. We reden inderdaad in een keer goed naar de Orosi Lodge, en konden de auto recht voor de deur kwijt. We liepen het trapje op, een tuinhekje door, en stonden toen ineens in een gezellig uitziend koffiecafé. Bij de balie werden we hartelijk ontvangen door een meisje dat zich voorstelde als Alexandra. Ze toverde twee koele, fruitige drankjes tevoorschijn om ons mee welkom te heten. So far, so good! Er klonk grappige muziek op de achtergrond, heel anders dan die vermoeiende latino-rap waar we in Tortuguero mee dood waren gegooid. In de hoek stond een jukebox, geen idee of het daar uit kwam. Aan de muren hingen ongewone afbeeldingen, schilderijen en een gekke koekoeksklok. Alexandra vertelde een en ander over dit hotel. Ontbijt was niet inbegrepen, maar je kon in deze ruimte wel de hele dag lang ontbijt eten, daar zat geen tijdsmaximum aan. Ze vertelde wat over de regio, over de twee vulkanen, Irazú en Turrialba, die bij helder weer goed zichtbaar zouden zijn, over het nationale park Tapantí, en over wat goede restaurants in het dorp waren als we iets anders dan ontbijt wilden. Ze legde ook uit wat soda's zijn: een eenvoudiger soort restaurant waar alleen lokale gerechten worden geserveerd, soms niet eens van een menu, en je hoeft ook geen romantische setting te verwachten, denk eerder aan snackbar/wegrestaurant, waar je eet wat de pot schaft, en het is eigenlijk altijd goed, lekker en véél eten voor relatief weinig geld). Alexandra krabbelde al haar aanbevelingen op een A4 waar de kaart van het dorp op geprint was, gaf ons vervolgens een sleutelbos met vrij specifieke instructies voor ons onderkomen. We moesten de auto parkeren achter het tuinhek, aan de overkant van de straat, en daarbij ruimte laten voor een andere auto. De ene sleutel was voor het hangslot van het hek, de andere voor de hangsloten aan de voordeur en balkondeur van ons huisje, het buitenlicht moest verplicht van 17:00 uur tot 9:00 uur aan en als we weg gingen moest alles potdicht en op slot. Ik kreeg er een beetje een ongemakkelijk gevoel van. Was het hier dan zo onveilig, zaten we in een soort achterbuurt ofzo? Of hadden ze gewoon een keer pech gehad met een inbraak of zelfs autodiefstal van gasten, en gedoe met de verzekeraar die het niet wilde vergoeden...? Oja, het wifiwachtwoord zouden we in het huis vinden.

Hoe dan ook, we volgden alle instructies netjes op (behalve dan dat ik mijn welkomstdrankje, dat ik nog niet op had, wilde nemen naar de kamer en daar aarzelde Alexandra wel even. Maar ik zou het glas natuurlijk netjes terugbrengen): het zware hangslot van het hek ging inderdaad open met de ene sleutel, Matthijs parkeerde de auto keurig achteruit langs de kant om daarbij ruimte over te laten over een ander voertuig, het hek kon ook weer dicht langs de neus van de auto én ging natuurlijk weer op slot, en met de andere sleutel openden we de stevige hangsloten aan de voordeur. Best een mooi huisje hadden we daar gescoord! Oké, het was ook niet goedkoop geweest, ruim €100 per nacht, maar daar kregen we wel een heel eigen huis voor terug. 

Ze noemden dit de cottage. De voordeur door, rechtsaf, was de slaapkamer. Hier stond een tweepersoonsbed met vuurrood beddengoed, waar een enorme knuffelhond op lag (oké...) en daarachter stond een stapelbed tevens opgemaakt met het vuurrode beddengoed. Daar kon Matthijs mooi zijn bagage op kwijt. In de ene hoek stond een kast met daarin de router en inderdaad een bordje met daarop het wifiwachtwoord, in de andere hoek een zware stoel. De badkamer was tegenover de ingang, en had een schuifdeur maar geen sluitende muur. Dus dat werd nog wat met de privacy van een wc-bezoekje. En als je naar links liep was daar de keuken en zithoek, met ook hier van die zware, houten meubels. Naast het aanrecht stond een wasmachine/droger combinatie! En ernaast stond een wasrek, opgevouwen tegen de muur. Wat fantastisch zeg, nu konden we alweer een wasje doen! Dat was namelijk wel nodig in dit natte land van regen, hitte, cloud forests en modder.

Dat was dan ook ongeveer het eerste wat we deden nadat we de auto hadden uitgepakt: alle vuile was verzamelen (eerst maar eens de bonte was) en uitzoeken hoe de machine werkte. Ik had nog een klein potje wasmiddel in mijn bagage die ik altijd voor noodgevallen bij me steek, en in de keukenkastjes vonden we nog meer handig spul. Zo stond er een fles vlekkenverwijderaar, die Matthijs meteen uitprobeerde op zijn overhemd en witte trui. Daar waren helaas nare vlekken in gekomen door de houten hangertjes van Rana Roja Lodge die hadden afgegeven. Van dit vlekkenverwijderaarspul ging er ook een scheut in de bovenlader. 

Intussen had Matthijs ook de sloten van de balkondeuren losgemaakt, dat grensde aan de keuken. Het uitzicht was niet je-van-het, maar in de bosjes en bomen van aangrenzende tuinen zat wel veel vogelgespuis. Op het lage, houten balkonnetje (maar iets hoger dan straatniveau) stonden een paar stoelen en een tafeltje. We gingen er al gauw zitten met onze camera's om de beestjes eens wat dichterbij te halen. We bespraken nog wel even of we niet al meteen op pad moesten gaan, of het niet zonde was om nu thuis te blijven, maar we hadden er een lange autorit op zitten, het was ook alweer ver in de middag dus de zon zou ook nog maar kort aan de hemel staan, en we moesten ook nog de was doen. Dus even hier klooien was prima. Dus totdat het licht echt minder werd zaten we ons daar prima te vermaken.

Ik besloot daarna een warme douche te nemen terwijl Matthijs nog even verder speelde op zijn laptop. Wat een heerlijke, luxe badkamer en douche was dit zeg, na dat Spartaanse huisje op de berg in San Gerardo de Dota. Ik bedoel, dat had ook zo z'n charme, maar toch... Er gaat niets boven een heerlijke warme douche als je daar behoefte aan hebt. 

Op den duur kregen we honger. Misschien leuk om zo'n aanrader van Alexandra uit te proberen. We bestudeerden haar krabbels nog eens en maakten ons klaar voor een etentje. Ineens zag ik op de muur in de keuken,  waar Matthijs op een barkruk had zitten computeren, een MEGAgrote spin zitten. Nu ben ik normaal niet zo'n angsthaas met insecten, maar deze spin was wel erg groot... Zo erg zelfs dat ook Matthijs ervan liep te griezelen. Er stond een paraplubak bij de deur dus ik deed de suggestie om 'm weg te jagen met een plu. Matthijs wilde er eerst nog mee op de foto, en was daarna zo heldhaftig om de spin heelhuids het balkon op te jagen. Inderdaad met een paraplu. De was haalde hij ook maar meteen binnen (fingers crossed dat daar niet soortgelijke insecten in waren gekropen), en de balkondeuren gingen dicht en ook maar meteen op slot. Dat gold natuurlijk ook voor alle luiken en deuren en hekken, waar we inmiddels al een beetje de giechels over hadden gekregen, want hoe veilig moest het allemaal wel niet zijn hier... Tenslotte liepen we het dorpje in. Het was inmiddels al donker maar toch nog maar rond 18:00 uur en de hoofdweg waar alle restaurantjes ongeveer zouden zitten was nog heel levendig. Er reed best veel verkeer, er liepen voetgangers op de stoep, mensen waren aan het winkelen of stonden bij de snackbar op hun beurt te wachten, bij een kipfrituurtent lag een hondje op de stoep te wachten tot iemand hem wat zou voeren, er was een pinautomaat die druk bezocht werd... 

Wij liepen eerst langs het restaurant dat Alexandra had aangeraden. We aarzelden, want er zaten nog nauwelijks mensen, ons niet realiserende dat het ook eigenlijk nog best vroeg was. Even verderop keerden we terug: dit had er toch wel uitgezien als de beste optie. We kozen een tafeltje op het overdekte terras, en werden hartelijk ontvangen door een latina die zich enthousiast aan ons voorstelde en ons welkom heette in haar restaurant. We bestelden twee glazen wijn en kregen de menukaart waar allemaal heerlijke gerechten op stonden, waarvan het overigens niet even duidelijk was of je moest kiezen tussen opties of het allemaal kreeg. Aan de muren van het restaurant hingen schilderijen met gezichten van bekende rocksterren. Er liep een kat tussen de tafeltjes door die een heel lachwekkend miauwtje liet horen. Langzaam maar zeker liep het restaurant voller. Op het parkeerterrein voor het restaurant stond een halfgehandicapte bejaarde in een geel hesje het parkerende verkeer te managen - niet echt nodig trouwens, want mensen konden ook prima zonder zijn hulp het grote veld op en af rijden (we stelden ons zo voor dat hij de vader van de eigenaresse was, en zich op zijn oude dag gewoon graag nuttig maakte). We moesten vrij lang wachten voordat onze bestelling werd opgenomen, maar daar hadden we wel begrip voor. De dame die ons had ontvangen leek er zo goed als alleen voor te staan. Ze kwam ook een beetje warrig, of overwerkt op ons over, maar bedoelde het allemaal fantastisch. Het eten kwam niet helemaal volgens bestelling maar het was heerlijk. En het duurde steeds een eeuwigheid voordat we de aandacht van de restauranthoudster hadden, maar het was het toch waard geweest. 

Uren later keerden we met volle buik, tevreden terug naar onze 'cottage'. Via de pin, want wat extra contanten op zak leek ons best een goed idee. We controleerden nog even of de spin die Matthijs eerder heldhaftig had weggejaagd, inderdaad niet weer binnen zat, en konden toen naar bed.

Foto’s