Vliegen op een land vol gele bloemetjes

4 mei 2018 - Luchthaven Inverness, Verenigd Koninkrijk

Klaar voor ons nieuwe camperavontuur vertrokken we op vrijdagochtend 4 mei, met een lekker zonnetje op ons gezicht en ieder een rugzak vol kleding op de rug én een tas vol fotografiespullen op de buik, op een relaxt tijdstip naar Schiphol. Op naar Noord-Schotland om de North Coast 500 route te ontdekken!

Op Schiphol, klaar voor het volgende avontuur

De vlucht duurde maar kort, maar ondanks de beperkte beenruimte was het een verrassend comfortabel stukje vliegen met KLM. We kregen nota bene een sandwich en wat te drinken, terwijl we op de lange vlucht naar Canada helemaal niets te eten kregen. Dat was alvast een goeie start.

Aankomst op Inverness Airport Aankomst op Inverness Airport

Na aankomst op het kleine vliegveld van Inverness moesten we nog lang in een rij voor de douane. Deels buiten, in de flinke wind. Intussen belde de eigenaar van Big Tree Campervans, Simon Yearsley, net op het moment dat ik hem ging sms'en dat we gearriveerd waren ("Hello dear", wat een goeie binnenkomer!). We hadden wat vertraging dus hij stond al op ons te wachten. We moesten nog even pinnen op het vliegveld want we moesten Simon nog wat extra betalen, en liepen toen naar het parkeerterrein waar hij op ons stond te wachten. Al babbelend reed hij ons vervolgens naar het station in Inverness, waar hij de trein terug naar Perth zou nemen. Bij het station zouden we de overdracht van de camper doen, maar al tijdens het rijden was Simon dingen over de auto aan het uitleggen. Wij vonden het vooral fijn dat hij nog even zelf achter het stuur bleef zitten, zodat we nog even konden wennen aan het rijden op de linkerrijstrook. En intussen kletsten we over zijn camperverhuurbedrijf, en over ons eerdere camperavontuur in Canada, en over het landschap dat er nú al prachtig uit zag. Het was dan ook lekker zonnig en wat opviel waren de vele struiken met knalgele bloemetjes die al gedurende de landing overal te zien waren. Volgens Simon was het inderdaad een typische struik die overal in Noord-Schotland groeide, en hadden ze grote stekels. (Later heb ik opgezocht dat het hier om Gaspeldoorn gaat, in het Engels/Schots heet het common gorse, of furze, of whin, of ulex, en die naam stamt waarschijnlijk af van het Keltische ec of ac (punt), naar de stekels, of van het woord odax (stekelig).)

Eenmaal bij het station kregen we uitgebreid uitleg over de camper, hoe het allemaal werkte en wat 'ie allemaal kon. Hij bleek het busje eigenhandig te hebben omgebouwd tot hypermoderne camper die van alle gemakken was voorzien. Maar ondanks dat we er ontzettend veel zin in hadden om op pad te gaan, moesten we na het afscheid nemen van Simon wel even drie keer diep ademhalen en kiezen wie als eerste achter het stuur aan de rechterzijde van de auto, op de LINKERZIJDE van de weg wilde gaan rijden. Matthijs was zo dapper, maar het scheelde ook wel dat de supermarkt één straat terug al was. Al "links blijven, links blijven!"-roepend haalden we het parkeerterrein zonder kleerscheuren en dat was voldoende om voortaan iets ontspannener dit verkeer in te gaan.

supermarkt Morrisons

De enorme supermarkt Morrisons had alles wat we nodig hadden voor een paar nachten wildkamperen. Na zo'n anderhalf uur in de winkel te hebben rondgelopen (de kassajuffrouw noemde me ook al "dear"! Wat een heerlijke mensen, die Britten), 80 pond (zo'n 100 euro) lichter, een koffie to go bij de uitgang rijker en op het parkeerterrein ook nog even een snack, kroop Matthijs opnieuw dapper achter het stuur. Het was inmiddels eind van de middag dus hoog tijd om op pad te gaan.

We wilden van Inverness helemaal naar de Isle of Skye, via een tussenstop bij de Rogie Falls, een waterval die niet al te ver van de weg zou zitten. Ik was navigator, en koos al bij het eerste grote stoplicht voor een iets kleinere weg die hopelijk wat rustiger zou zijn, want het leek spitstijd in Inverness. Het maakte ons overigens niet veel uit, want we waren nu al enorm in onze nopjes met ons avontuur.

Google Maps gaf het niet aan, maar bij de Rogie Falls vonden we een parkeerterreintje met een keurig openbaar toilet. Daar maakten we meteen maar even dankbaar van gebruik. Er stonden ook een paar campers. Zo gaat dat dus, zeiden we tegen elkaar, je mag in dit land in principe overal kamperen dus dat doen veel mensen dan ook, bijvoorbeeld op dit soort plekken.

Rogie Falls was nog een kort stukje wandelen over een mooi bospad. Ondanks dat de zon niet echt meer scheen vielen de felle kleuren ons op. Op de boombasten naast het pad zat een een soort felgele aanslag, op de keien en rotsen op de grond waren begroeid met felgroen mos, en op de bosgrond zag je kleine blauwe, witte of gele bloemetjes. Prachtig!

Prachtig, dat mos op alle keien Matthijs bij de boom en de brug over de waterval

Na nog geen 10 minuten lopen kwamen we uit bij een hangbrug over het water, waar je ook af en onder kon. Daar was ook de waterval, en hij was mooi! Een boom op het puntje van een rots maakte een fotogeniek plaatje. Er liepen een paar medetoeristen maar we waren er vrij laat dus op den duur waren we toch alleen. In het water spotte ik een waterspreeuw (white-throated dipper) die druk bezig was te vissen en wassen in het stromende water. Heel schattig. Ik had zelf alleen een breedhoeklens meegenomen, en bovendien was de zon onder aan het gaan, dus ik hielp Matthijs met aanwijzen zodat hij er met z'n telelens wat mee kon.

Rogie Falls Overblijfsel van de oude brug over de Rogie Falls Matthijs zet de dipper op de foto

Na de Rogie Falls dronken we nog een glas cola in onze bus, voor wat extra energie want we moesten nog best een stuk rijden. Nu was het mijn beurt om aan de rechterzijde van de auto in te stappen en LINKS te rijden. Dat ging goed, maar na niet al te lang arriveerden we alweer bij een viewpoint dat we op de kaart hadden gepind als mogelijke wildkampeerplek. We parkeerden er voor wat foto's, maar hadden al besloten dat we hier niet zouden slapen - we wilden het liefst Skye halen - dus na de foto's deden we opnieuw een wissel en reed Matthijs weer verder. 

Glaasje cola voor wat extra energie Loch Carron Viewpoint Loch Carron Viewpoint

De zon ging onder en het begon te regenen toen we over de Skye bridge reden. Ondanks de regen werd de route mooier en mooier, vooral toen we een laatste weggetje in reden, over een wildrooster, langs een bordje over deze single-track road of one-lane road (waar je je tegenligger de ruimte geeft als aan jouw linkerweghelft een passing place is), langs schapen op de weg en roofvogels in de lucht, door een stortbui, langs herten in de glooiende heidevelden en een nerts of hermelijn die in de bosjes weg schoot... helemaal naar de zuidwestkust, naar het plaatsje Elgol. Hier kwamen we aan tegen 22 uur, toen het al donker was en nog een beetje miezerde.

Kijk hier een filmpje dat ik schoot terwijl Matthijs over het fenomenale weggetje reed: http://wen.reislogger.nl/roadtrip-schotlands-north/video/weg-elgol.36941

Ter hoogte van de aanlegsteiger van een aantal vissersboten vonden we twee lege parkeerplaatsen boven elkaar. We kozen de bovenste en Matthijs parkeerde de auto met de klep naar de baai gericht, met het idee morgenochtend met een waanzinnig uitzicht wakker te worden. We warmden één van de kant-en-klare soepen op die we die middag hadden gekocht, een matig lekkere courgette-stilton soep met geroosterd knoflookbrood (op het fornuis, waar heel veel rook vanaf kwam) dat we eigenlijk voor een toekomstige barbecue hadden gekocht. Daarna maakten we het bed op en gingen we ons eerste nachtje in, benieuwd naar wat ons de rest van de vakantie te wachten stond.

Foto’s