Dag 3: Schildpadden, zo klein als een bankpas en zo groot als een vulkaan

11 november 2019 - Tortuguero National Park, Costa Rica

​Zoals gepland ging de wekker erg vroeg en met enige moeite stonden we om 5:00 uur naast ons bed. Om 5:30 uur zou een boottaxi voor ons bij het barretje afmeren (als het goed was gegaan met bestellen althans, want ik had daar eigenlijk niet zo'n fiducie in). Een warme douche hielp bij het wakker worden en om 5:25 uur liepen we door een verder nog slapend resort naar de aanlegsteiger. Het pad naar de aanlegsteiger was echter totaal versperd, zagen we bij aankomst daar. Het was extra donker daar, want de boom of struik die was omgevallen of ingestort, had een elektriciteitspaal of lantaarnpaal met draden en al meegesleurd en wij konden er met geen mogelijkheid meer door. Het leek me ook niet verstandig om het toch te proberen, en dan geëlektrocuteerd te worden. Maar er was ook geen andere route naar de bar, voor zover we wisten. Wat nu? Straks was daar iemand met een bootje op ons aan het wachten? Er kwam een slaperig personeelslid aan lopen met een kar, op weg naar iets anders wellicht. De jongen in kwestie sprak geen Engels, maar zag ook wel de ernst van de zaak in. Eerst dacht hij nog even mee met ons: konden we misschien hierlangs naar de steiger? Nee (Matthijs liep in de donkerte bijna het zwembad in). Hij wees ons de weg naar een andere aanlegsteiger vlakbij.

Daar liepen we dus maar heen, het was immers al bijna half zes en we hoorden al geluiden van motorbootjes op het water. Gelukkig had Matthijs zijn superkrachtige zaklampje bij zich, en konden we zo seinen naar de bootjes die al regelmatig langs voeren. Want ondanks dat we toch exact om half zes bij de andere afmeerplek aankwamen, met vanuit daar ook zicht op de oorspronkelijke aanlegsteiger iets verderop, was er inderdaad geen taxiboot voor ons gekomen. (De jonge hotelmanager had gisteren zo ongelovig en verbaasd gereageerd dat ik me afvroeg of hij de vraag wel serieus had genomen.)

Wachten op de boottaxi en seinen met de zaklamp

Een minuut of 15 lang seinden we dus naar allerlei bootjes, die steeds kwamen melden dat ze de andere kant op voeren. Totdat een van de schippers een telefoontje voor ons pleegde en er speciaal een open motorbootje voor ons kwam. De zwijgzame schipper bracht ons met zijn motorboot in volle vaart naar de plaats Tortuguero, wat dichterbij was dan ik in eerste instantie dacht. Daar zette hij ons af nabij het afvalrecyclingcentrum. We betaalden hem en gingen gauw op pad, door enigszins spetterige regen, op weg naar het strand. Inmiddels was de zon nagenoeg op. We hadden nog wat ruzie met de grote rode paraplu's die we uit de Rana Roja Lodge hadden geleend, want ondanks dat ze je droog hielden hadden we eigenlijk wel twee handen nodig voor het fotograferen. Maar met een grote rugzak kon je best een soort contraptie bouwen zodat je de plu niet hoefde vast te houden.

​Om 6:00 uur exact liepen we het strand op. Ietwat voor schut met onze anti-regen-contraptie. De zon was inmiddels al ruimschoots boven de horizon, maar bepaald zonnig was het niet op dit subtropische strand aan de Caribische zee. Het was niet koud maar het miezerde wel en dat maakte het toch een andere soort strandbeleving dan de gebruikelijke. Langs de rand van het strand stonden palmbomen, het strand grensde echt direct aan de jungle. Ik zag zelfs een soort meesje in een struik insecten vangen. Grappig om te zien. Het was echt een ander soort strand dan hoe wij dat kennen aan de Noordzee. Her en der lagen stukken aangespoeld wrakhout, takken, boomstammen, kokosnoten en helaas toch ook veel zwerfafval en aangespoeld plastic en visnetten. Ik nam me voor om wat mee te nemen op de terugweg, ik heb immers altijd een vuilniszak in mijn fototas om op te zitten. En die kan je dan dus ook heel handig voor verzameld zwerfafval gebruiken. Er liepen ook wat zwerfhonden rond op dit strand, er stond iemand in de branding te vissen en verderop liep een ander stel met volgens mij dezelfde missie als wij: hatchlings spotten. Hij: zo weinig mogelijk kleren aan, zij: gehuld in een plastic poncho. Want die minuscule regendruppeltjes bleven maar uit de lucht vallen. En tenslotte waren er veel zwarte gieren te zien. Vaak in een groepje, soms op het strand en soms in een boom. Aangezien zij babyschildpadjes op het menu hebben staan, besloten we die vogels in de gaten te houden. Daar waar ze op de grond zaten zouden vast ook schildpadjes zijn. We liepen maar en liepen maar, fotografeerden af en toe andere beesten, strandlopertjes, een joekel van een wulp (whimbrel, regenwulp), dat gelige insectenetertje, die zwarte gieren, een krabbetje, een arend op een paaltje (solitairy eagle?)... Het regende af en aan, over de gehele lengte van onze wandeling liepen jaguar-voetafdrukken, en we kwamen veel lege schildjes tegen, maar geen levende. Op een bepaald moment zag ik de zwerfhonden op iets kauwen. Toch niet een levend schildpadje, hopelijk...?

Zodra de zon doorbrak was het heet

​Na anderhalf uur lopen kwam de zon ineens door. We hadden al besloten terug te keren, want die Duitsers van Rana Roja lodge hadden ook gezegd dat ze ze pas op de terugweg hadden gezien, dus daar had ik ook wel vertrouwen in. En verdomd als het niet waar is, even later zagen we het eerste babyschildpadje naar de zee tijgeren. Fantastisch! Het was gelukt! We zakten zo diep mogelijk in de poephouding om het snelle diertje goed op de foto te krijgen. Matthijs werd zelfs geraakt door de branding omdat hij nagenoeg plat op het strand ging liggen. Het maakte niet uit, want hóe gaaf was het dat we ze zagen!

Hatchling, baby zeeschildpad

Het stel dat we op het strand naar vermoedelijk hetzelfde hadden zien speuren, was inderdaad bezig met een ander schildpadje die de weg kwijt leek te zijn. Hij bleef maar in rondjes lopen, eerst naar de zee maar dan steeds als hij in een diepe voetstap was gevallen leek hij gedesoriënteerd en flapperde hij weer de verkeerde kant op, het strand weer op. Het meisje met de poncho, die inmiddels geen poncho meer droeg, besloot hem na verloop van tijd maar op te pakken en naar de zee te dragen. Ook omdat de zwerfhonden er weer aan kwamen, en we moesten toch voorkomen dat zij er nog een hapje van zouden nemen. We maakten nog een praatje met dit Spaanstalige stel, en namen nog wat foto's. Daarna keerden we terug via de flinke hopen zwerfafval, dumpte de zak in het dorp bij het andere afval dat klaarstond om opgehaald te worden (voor elke woning stond wel een zak, dus het zal wel afvalophaaldag zijn geweest) en gingen op zoek naar een goede plek voor ontbijt. 

​Inmiddels was het dorpje tot leven gekomen, en met ons liepen er nog vele andere toeristen door het drukste straatje langs het water. We vonden een prima uitziend ontbijttentje vlakbij de aanlegsteiger waar we een paar uur geleden waren afgezet. We gingen even handen wassen en kregen toen koffie en man, wat was ik daar aan toe. Ik nam dan ook veel te snel een veel te grote slok en verbrandde ongeveer mijn complete mond. De jongen die ons bediende raadde ons een kaneelbroodje aan als "voorgerechtje", en die wilden we wel proberen. Eentje althans, we zouden delen. Gelukkig maar, want daar kwam me toch een gigantisch stuk kaneelgebak naar onze tafel. Heerlijk was dat. Daarna at ik nog een bak fruit/yoghurt/muesli/honing met de brandblaren die ik op mijn gehemelte had, Matthijs at een prima kipsandwich en ieder kregen we ook nog een groot glas fruitsmoothie. Gevalletje ogen-groter-dan-maag, gecombineerd met megaporties.

Superblij met een heerlijk, veel te groot ontbijt

Intussen keken we onze grote ogen ook uit. De zon was definitief gaan schijnen en er gebeurde van alles op het water waar we op uit keken. Zo kwam er een visser langs die een reiger aan boord had, zo'n tiger heron! Wat een bizar gezicht! Later vertelde Alexis ons dat deze man al jaren zijn vissen met de vogels deelt en er zodoende vaak een reiger met hem mee vaart. Ook zagen we hier mangrove swallows nestelen onder het dakje van de steiger. Eentje leek gevoerd te worden. Ook heel leuk om ook even de telelens op te richten. En om ons heen kwamen steeds meer andere toeristen zitten ontbijten. Ik was zo in de wolken van onze geslaagde queeste dat ik de neiging voelde om ze allemaal te gaan vertellen hoe cool het wel niet was om babyschildpadjes op het strand vlakbij te kunnen spotten!! Maar ik hield me in.

​Na het eten buikten we nog even uit, en tenslotte regelden we een taxi-boottochtje terug naar Rana Roja lodge. Man, wat waren we moe ineens. We baalden zelfs een beetje dat we Alexis hadden gevraagd om ons die middag mee te nemen op een hike naar de vulkaan (die overigens de vorm had van een schildpad, hoe toepasselijk vandaag!), want na dat vroege opstaan en het drukke ochtendprogramma vol hoogtepunten, voelde de volgende activiteit eigenlijk een beetje als teveel voor één dag.

Moe maar voldaan weer terug in de boottaxi

Maar... het was pas net 10:00 uur geweest, dus we hadden nog 3 uur te gaan voordat Alexis ons zou komen halen. Dus genoeg tijd om te ontspannen, relativeerden we. En het was superlekker weer, dus waarom niet even het zwembad uitproberen!

​Ik ging even de handdoeken halen bij de receptie/eetzaal, toen ik onze incheckknul weer tegen kwam. Mooi, kon ik hem meteen even vragen of we ons wasgoed konden inleveren zodat we onze tassen morgen weer met schone kleding konden vullen. Dat kon, maar, zei hij, hij had intussen bericht van Sansa Air gehad dat onze vlucht de volgende dag gecanceld was, en we niet rond het middaguur maar pas einde van de middag zouden terugvliegen. Ik nam het nieuws mee terug naar Matthijs, die net hetzelfde bericht per mail op zijn telefoon had ontvangen. We parkeerden het maar even. Dat is voor latere zorg! Hooguit moesten we even een nieuwe tijd met Alexis afspreken, die zou ons immers weer naar het vliegveld brengen morgenmiddag. En het leek ons ook wel handig om het autoverhuurbedrijf op de hoogte te stellen van de vertraging. Enfin, we hadden vast wifi bij het zwembad. Dat gingen we dan daar regelen.

Het plonsje doen was echt heerlijk. Een mevrouw in het zwembad, een van de talloze Amerikaanse bejaarden die er rond dreven, vroeg of we het leuk vonden als ze een foto van ons nam. Ach, waarom ook niet. Waar we vandaan kwamen. En dat zij Nederlandse voorouders had. Sterker, ze was een directe nicht van Anne Frank. What, no way!? Geen idee of we het moesten geloven, maar wel leuk voor het verhaal.

Plonsje doen

​Rond het middaguur waren we alweer helemaal ontspannen, klaar voor het volgende avontuur. We hadden besloten niet te lunchen, want ons late ontbijt zat nog in de buik en bovendien hadden we dit ook niet gereserveerd bij Rana Roja. Wel lieten we een grote tas met vuile was achter bij de receptie. Dat was een fijn vooruitzicht zeg, als dat vochtige spul weer schoon en droog zou zijn...!

​Alexis kwam ons keurig op tijd bij de aanlegsteiger ophalen, dit keer weer alleen, om naar de vulkaan te varen. Nu moesten we ineens weer wel zwemvestjes aan. Nou ja, prima. We gingen eerst weer even langs de kaaimannen en andere beestjes die we gisteren hadden gezien. Het begon op den duur best pittig te regenen, maar dit keer had hij paraplu's voor ons. Ik had geen zin om mijn camera weer vochtig te maken (we hadden de afgelopen dagen al regelmatig last gehad van beslagen lenzen, en dat is knap irritant als je een snelle actiefoto wilt nemen), dus ik borg mijn camera op in mijn tas, maar Matthijs kon het niet laten. Dus ik assisteerde hem door ons samen op het bankje onder de paraplu droog te houden, terwijl hij kon doorfotograferen. En dat leverde leuke shots op! Intussen nam Alexis er weer uitgebreid de tijd voor, zoveel zelfs dat ik even twijfelde of hij ons nog wel naar de vulkaan zou brengen. Maar dat deed hij.

Met Alexis naar de vulkaan

Bijna anderhalf uur later legde hij aan bij een steiger, en terwijl wij uitstapten en ons prepareerden voor eventueel nog meer regen legde Alexis zijn boot goed vast. Samen liepen we, via een mooie spin die we meteen even moesten fotograferen, naar de ticket booth. Oja, natuurlijk, voor veel parken en aangelegde paden moet je hier toegang betalen, dat is waar ook. Intussen was Alexis al even in een boom naast de kaartverkoop aan het turen. Hij zei dat daar af en toe een 'pootoo' te zien was, een soort nachtzwaluw. Maar nu niet. Helaas. We liepen met hem mee het betonnen pad over, terwijl hij veel dieren aanwees die we eigenlijk al eerder gehoord, gezien en gefotografeerd hadden. Het was hier best donker. Te donker eigenlijk voor goede foto's. Zo zagen we het rode gifkikkertje weer, maar wel in een diepe schaduw en dit keer hadden we geen zaklampen bij ons. Ook zag ik een gek insect op een bloem zitten, maar ik slaagde er maar niet in om hem scherp op de foto te krijgen. Zo ook een wandelende tak; niet scherp op de foto te krijgen. De zon zat achter de wolken verstopt en het boomtoppendak was erg dicht. Bovendien liepen we langs een bergwand. Onbegonnen werk dus. Wel was het een prima wandelingetje. Niet heel uitdagend, en dus weinig te zien en te fotograferen, maar ik vond het best gezellig met Alexis, die niet alleen een praatgraag was over een of andere gekke vriend die in de rimboe was gaan wonen, en over een andere tour guide in dit gebied die toeristen schijnt op te lichten en zelfs te bestelen, maar ook best interessante dingen over zogenaamd wandelende bomen, giftige planten, grote bananenbladeren en gekke beesten kon vertellen.

Nadat we een lange trap op waren geklommen, wachtte een prachtig uitzicht over de omgeving. En daar bovenin een boom ontdekte ik ook slingerapen. Best cool! Verder legde Alexis uit dat we moesten oppassen voor de tamelijk agressieve bullet ant, oftewel kogelmieren, en op onze weg naar beneden vertelde hij nog een verhaal over zijn vrouw en kinderen. We bekeken nog even snel het stukje kust waar de enige opening naar het gebied het zoute water binnenlaat, en waar wat watervogels te zien waren, en vertrokken toen terug naar de boot. Dit was een wat minder spannende wandeling geweest, en het had ook prima zonder gids gekund, maar ik vond het best gezellig met Alexis en bovendien was het al zo'n enerverende dag geweest, dat iets minder spanning en sensatie ook best prima was.

Het uitzicht vanaf de schildpadvormige berg

We hadden Alexis gevraagd of hij ons na afloop in het dorp wilde afzetten, bij het restaurant dat hij ons eerder had aangeraden toen we er eerder met hem langsvoeren. Dat wilde hij wel. Toen hij ons daar afzette spraken we nog een nieuwe tijd af waarop hij ons morgen zou komen halen voor onze verlate vlucht, we kregen zijn kaartje om contact te kunnen houden indien nodig, en stapten rond zonsondergang uit zijn boot.

Ondanks dat het pas een uur of 17:00 uur was, waren we eigenlijk wel toe aan een hapje. We hadden immers laat en zwaar ontbeten maar niet geluncht. En het was erg vroeg geweest vanochtend. Het overwegend witte restaurant met de weinig originele naam Buddhabar, was aangekleed met gezellige lampjes. We werden geholpen door een jongen die een pet droeg en zich een hypercorrecte oberrol had aangemeten, best schattig. Hij serveerde mij een heerlijk verfrissende cocktail, die een beetje leek op sangria gemaakt met witte wijn. Matthijs nam een biertje. We aten heerlijke voorgerechtjes, ik tortilla's met houmous dip en Matthijs een ceviche, en daarna had ik een pasta met vis en Matthijs nam een pizza. Allemaal heerlijk. We waren er ook echt wel aan toe eigenlijk. Toen het eten kwam, vergezelde de restaurantkat ons die natuurlijk stiekem een garnaal van me kreeg onder de tafel. En overal waar je keek verschenen tegen de muren gecko's die rustig toekeken hoe we ons eten opaten. Het uitzicht over het water maakte het helemaal af, hoewel het op den duur pikkedonker werd. We verbaasden ons over de bootjes die ondanks de duisternis in volle vaart bleven langscrossen. Dat moest toch een keertje fout gaan, zou je zeggen. Uiteindelijk betaalden we onze rekening en stapten we zelf ook weer in zo'n taxibootje. We moesten immers toch nog weer terug naar Rana Roja. 

​Daar aangekomen zagen we nog een beest wegduiken in de struiken! Mijn eerste gedachte was een opossum? Ik zag een lichtgekleurde staart. Maar misschien was het wel die rivierotter...! Hoe dan ook. Wat een ongelofelijke plek was dit toch. En nog maar één nachtje en een halve dag te gaan hier... We liepen terug naar onze hut, en genoten wederom van het kikkerconcert. Niet snel daarna vielen we weer compleet verzadigd en tevreden in slaap.

Foto’s