Bezoek Work with Nature

18 november 2019 - Stichting Work with Nature, Costa Rica

​Wéér ging de wekker vroeg, want we moesten om 7:15 uur al bij Stichting Work With Nature zijn voor een rondleiding over het terrein voor donateurs. Het zou volgens onze berekeningen (en Google Maps) toch nog ongeveer anderhalf uur rijden zijn (ik dacht bij het boeken oprecht dat deze accommodatie dichterbij was, maar nee). Dus liefst reden we 5:45 uur weg. 

Matthijs had vooraf al leuk contact met diverse mensen van Work With Nature gehad. Per mail onder andere met een andere Matthijs en met ene Melchior, en als laatste, op de WhatsApp met Maarten, die er ter plaatse zou zijn. Met Maarten hadden we een tijdstip afgesproken, we kregen van hem de routebeschrijving en nog wat goede suggesties voor het meenemen van voldoende water, zonnebrandcrème, Deet en eventueel laarzen, als we die hadden. Dus we pakten alles in en reden ietsje later, om 5:55 uur, weg bij onze villa. Gelukkig was het al licht, maar het motregende wel een beetje dus dat steile pad naar beneden vond ik toch wel weer erg griezelig. Matthijs nam 'm voor zijn rekening, en daarna mocht ik weer achter het stuur. 

De rest van de route reed ik. Deze bestond eerst weer uit een heel bochtige bergweg, met regen, vanaf de plaats Siquirres (wat me steeds deed denken aan het woord "squirrels" volgde een vrij lelijke, rechte snelweg, met regen, en tenslotte namen we een afslag op diezelfde snelweg, en kwamen we op een onverhard pad dat nog een tijdje doorhobbelde, langs een klein dorpje met huisjes met golfplatendaken, de bushbush in. Matthijs stuurde Maarten nog een appje met de ETA. Gelukkig was die eindeloze regen net opgehouden. 

Om 7:15 uur exact bereikten we het hek waar Maarten een foto van had gestuurd. Deze stond open, maar daar beneden zag ik een riviertje dat we moesten oversteken. Dat vond ik wel even spannend. Hoe diep zou het zijn, kon onze auto dat wel aan? Er liepen bovendien ook net een paar mensen doorheen, een jongeman met twee kinderen (dit bleek later de au-pair met de zoontjes van Maarten en Hanneke). Maar Matthijs praatte me moed in en daar gingen we... Uiteindelijk was het stuk minder spannend dan gedacht. Maar toch cool voor een Hollandse meid om met een auto moedwillig de sloot in te rijden! 

Terwijl ik de auto het pad verder op draaide, kwam een jonge kerel ons tegemoet lopen. Dat was vast Maarten. Hij wees ons waar ik kon parkeren, en we stapten uit om ons aan hem voor te stellen. Inderdaad, dit was Maarten. Nog bij de plek waar ik de auto had neergezet stond ook een meisje te roken, een Nederlandse studente Toegepaste Biologie, zo bleek later. We groetten elkaar terwijl Maarten direct aan de slag ging voor ons: er moesten laarzen voor mij komen, en hij had een ingewikkeld verhaal over een auto waarmee we naar het gebied zouden rijden, een autosleutel en zijn vrouw die er ook bij betrokken was, die ook studenten moest vervoeren. Ik snapte het niet helemaal, maar bottom line was: we zouden met hem en zijn vrouw Hanneke in hun auto ergens naartoe rijden waar hij ons zou gaan rondleiden. Dat was dus niet hier. Oké, logisch, we waren natuurlijk nog niet de plek waar de herbebossing plaatsvond. Dus we wisselden gauw schoenen, pakten onze cameratas, sloten de auto af en stelden ons aan Hanneke voor. Zij vroeg aan Maarten of hij zijn machete wel had (oké?) en we mochten vervolgens bij hen in hun terreinauto stappen. Matthijs voorin naast Hanneke, die achter het stuur stapte, en Maarten en ik achterin. Het stel verontschuldigde zich voor hun "stinkauto", een benaming van hun zoontjes voor dit stevige voertuig. Het ding werd volgens Maarten en Hanneke vooral gebruikt om bezwete, modderige studenten te vervoeren van hun homebase naar het projectgebied en weer terug. Vandaar dat de auto meestal nogal goor was. De kinderen waren kennelijk zelfs een beetje teleurgesteld geweest toen de auto een keer van binnen was schoongemaakt en het niet meer zo stonk. "Maar nu is het geen stinkauto meer...," had eentje gezegd. 

We reden een stukje terug over het pad waarover wij gekomen waren, en door het dorpje. Hanneke wees een gebouw aan waar heel veel mensen verzameld stonden. Kennelijk ging daar eens per week de kliniek open en kon men naar de dokter. Ook reed er iemand voorbij die zijn fiets om had gebouwd tot brommer. Grappig om hierop gewezen te worden. We namen ergens een afslag naar een dirt road die met recht een "dirt road" genoemd mag worden. Intussen werd er al honderduit gekletst, Matthijs voorin met Hanneke en ik achterin met Maarten, over Costa Rica, over hun project, over hoe zij elkaar ontmoet hadden, en over de dingen die we onderweg zagen. Wel op luide toon, aangezien de auto steeds harder rammelde door alle kuilen en megagrote hobbels, en Hanneke de motor op volle toeren moest laten draaien. Ik vond het grappig om ineens Nederlands te spreken. Ook was ik heel benieuwd wat we zouden aantreffen. Hanneke reed de auto vakkundig over de weg, soms steile stukken omhoog, door diepe kuilen met plassen, over hoge keien, alles nog modderig en spekglad van de regenbuien van die ochtend. Aan de rand van een cacaoplantage stopte ze even op verzoek van Maarten, die uit de auto sprong om een cacaovrucht te plukken. Dat was leuk, zeiden ze, dat konden we dan zo proeven (cool!). 

Hanneke zette ons met Maarten af bij een soort koeienschuur, waarna we met z'n drieën te voet verder zouden gaan. We liepen al meteen druk kletsend met hem mee, maar Maarten stelde al snel voor om achter elkaar te lopen, hij voorop, wij erachter, zodat hij voor slangen kon waarschuwen (oké?). Zo deden ze het ook altijd met de studenten (aha). Meteen vroegen we hem natuurlijk daar naar: hoe groot was de kans dan dat we een slang zouden zien (die zagen ze wel regelmatig)? Hoe giftig of gevaarlijke was die betreffende slang dan (best!)? Waar moesten we op letten (deze betreffende slang zou goed gecamoufleerd zijn, in een kleur zo bruin als de bladeren op de grond)? Had hij wel iets van EHBO of BHV training gehad ofzo (ik bedoel, ik zal wel naïef hebben geklonken maar holy shit, dat klonk wel spannend zeg)? Ja, hij wist wel wat hij moest doen. Oké. Helder. Fijn dat hij die machete bij zich had. We kregen verder de tip om vooral zoveel mogelijk door de glibberige, soms diepe modder te lopen en door de plassen. Daar zouden de slangen niet willen komen. En dat was ook het pad dat Maarten liep en wij volgden. Dus daar sopten we, met z'n drietjes in een rijtje. Ha. Ik voelde me echt een beetje de domme Hollander. Maar ook vond ik het gaaf. Eindelijk het gevoel een écht stukje Costa Ricaanse natuur te gaan ontdekken. 

Terwijl we liepen vroegen we Maarten het spreekwoordelijke hemd van het lijf over het project, hoe het tot stand was gekomen, over het gebied hier, de natuur, de dieren en de vogels, over wat de plaatselijke bewoners van het project vonden, over de uitdagingen waar ze tegenaan liepen, over hoe herbebossing werkt, over wat ze hier met die Hollandse studenten deden, over fotografie... Heel interessant wat hij allemaal te vertellen had. Zo zijn er dus hele studies die je kunt volgen, genaamd Tropische Bosbouw, waarin je leert hoe dat werkt, het aanplanten van een oerbos. Ik had geen idee dat dat bestond. In de afgelopen 15 jaar dat Maarten en Matthijs (de oprichters van de stichting) Costa Rica bezochten, viel hen de snelheid op waarmee het regenwoud verdween. Ze besloten in 2011 met eigen geld een stuk bos in dit kwetsbare gebied te kopen, en richtten de stichting op om met financiële hulp van buitenaf en vrijwilligers dit regenwoud te beschermen en herstellen. In 2014 kochten ze nog eens 30 hectare regenwoud aan, in 2015 trad de eerste lokale werknemer in dienst, in 2016 werd een boswachtershuisje gebouwd en 2017 was het jaar van de start van langdurig onderzoek in het reservaat. Wat ontzettend indrukwekkend zeg, die visie die ze hebben uitgebouwd tot uiteindelijke uitvoering. Geweldig. Wij vertelden Maarten over onze redenen om dit te steunen. En over onze reis tot nu toe, over de dingen die we tot nu toe hadden gezien, wat we van tour guides hadden gehoord (nee, walking trees bestaan niet). Kortom, we kletsten over van alles en nog wat. En intussen liet Maarten ons het herbebouwd stuk bos zien, waar inderdaad uiteenlopende soorten jonge bomen stonden. Twee werklieden waren het gras tussen die bomen aan het maaien, Maarten legde ons uit waarom: teveel, of te hoog gras verdringt de jonge aanplant, het neemt teveel zonlicht en voedingsstoffen weg voor de miniboompjes. Inmiddels hadden ze tot nu toe al 3.000 bomen succesvol geplant. Deskundigen en studenten Tropische Bosbouw zouden adviseren wat je waar en hoe plant. En dat ging eigenlijk heel goed. Tegelijkertijd was het ironisch om je dan ook te realiseren dat veel van die tropische bomen vele tientallen, als niet honderden jaren nodig hebben om een woudreus te worden. Logisch natuurlijk, maar daar sta je dan toch niet zo bij stil. 

We liepen verder. Maarten wees het ene na het andere insect aan, en een prachtige hagedis, hij hielp om de manakin in beeld te krijgen, en toekans, en papegaaien. Hij gaf ons uitgebreid de tijd om te fotograferen, dat was ook zijn hobby dus hij erkende de tijd die je daarin moet steken. Ergens halverwege hakte hij de cacaovrucht in tweeën. Op de zoetige zaden kon je sabbelen. Ik was alweer te snel aan het kauwen, en moest aan een nieuw zaad beginnen voor de juiste ervaring. Het smaakte in de verste verte niet naar chocola, eerder naar lychee, maar ik vond het toch supergrappig om te proeven en proberen.

Zonnebadende hagedis

Ergens bovenaan een pad was een soort uitkijkpunt waar een bankje stond. Hier had Maarten wat appeltjes en koekjes voor ons, en konden we even uitrusten. Het was best warm hier in de zon, dus een slokje water en zo'n sappig appeltje was best welkom. Maarten voerde even snel een telefoongesprek in het Nederlands, met een van de twee nieuwe vrijwilligers die vandaag zouden arriveren, en die een deel van hun vakantie werkzaamheden voor de stichting zouden komen verrichten. Daarna wist hij, met het blote oog en daarna met zijn telescoop, zomaar de king vulture aan te wijzen! Een klein wit stipje ver weg in een boom, maar toch. Superbijzonder! Kennelijk was dit het laatste hoge punt in de omgeving, want we keken richting de oostkust en al het land vanaf hier was nagenoeg vlak. Op een heuvel met koeien na, waar we nog meer witte stipjes zagen. Dat waren waarschijnlijk cattle egrets. We bleven nog even kijken en Matthijs probeerde wat foto's te nemen op 600mm. Niet te doen, veel te ver weg. Verder vroegen we hem waar die met touwtjes afgezette vierkante meters voor dienden. Dat was voor verschillende onderzoeken en statistieken. We liepen weer terug en namen een afslag naar ander, steiler pad naar beneden. Bij een stroompje zat een prachtige rode waterjuffer op een blad in een straaltje zon. Maarten gaf ons steeds ruim de tijd om foto's te nemen. Weer een stukje verder kwamen we uit op het stuk grond waar nieuwe aanplant stond. Dit hadden we eerst van bovenaan het pad bekeken, en nu stonden we er middenin. Wat was het weer heet hier in de zon! Er cirkelden wat roofvogels in de lucht en Matthijs en Maarten waren samen druk met determineren. Ik had mijn ogen op de grond gericht, nog steeds een beetje zenuwachtig over mogelijke slangen in dit gras. We liepen langs de kleine boompjes van een meter hoog en door het gras van een halve meter er omheen (hier moesten ze nog maaien), weer een stukje omhoog langs een soort moestuin naar het houten boswachtershuisje, waar we opnieuw even rust namen in de schaduw. Het was echt goed heet nu in de zon. Terwijl een kolibrie voor onze neus zijn snavel in de bloemen stak, vertelde Maarten intussen weer uitgebreid over het soort onderzoeken dat ze hier doen, de plannen die ze eerder hadden met dit huisje en de tuin, en die ze nog hadden voor de toekomst. Ik vroeg Maarten hoe ze dit financieel gebolwerkt kregen. Hij legde uit dat donateurs als wij heel belangrijk waren. Daarnaast waren ook de vrijwilligers en stagiairs die veel werkzaamheden verrichtten onbetaalbaar waardevol. Maar het bleef lastig. Enerzijds grote ambities hebben, dan moeten kiezen tussen uitbreiding van het gebied en het personeel, of juist intensivering van het huidige project, en anderzijds de beperkte middelen en afhankelijkheid van giften en vrijwilligerswerk. Ik snap het wel. Toch ontzettend dapper en cool wat ze hier voor elkaar hebben gekregen. 

Tour van Maarten Supermooie waterjuffer

We liepen weer richting de auto, of althans, de plek waar Hanneke ons had afgezet. Halverwege maakte Maarten nog een praatje met een van hun medewerkers in het Spaans, terwijl wij een zogenaamde roadside hawk (een wegbuizerd, jaja!) fotografeerden die hij ons had aangewezen. Daarna moesten we toch een beetje haast maken, want kennelijk was de auto ergens anders voor nodig. We zouden terugrijden (-hobbelen) en een lunch krijgen, om daarna nog een rondleiding door hun tuin te krijgen. Onderweg moest Maarten de auto alweer stoppen omdat hij een vogel in de berm zag die we eerder tijdens de wandeling hadden geprobeerd te fotograferen. En hij reed ook nog even langs een plek waar hij een paar dagen geleden een kolibrienestje had ontdekt. En dat was móói! Wauw. Heel klein, en er zat er ook één op te broeden (ik ging er vanuit dat het het vrouwtje was dat op de eitjes zat, maar ik heb een tour guide later de foto laten zien en hij zei dat het een stripe-tailed hummingbird-mannetje was?). Kolibries schijnen hun nestje te maken van mos en spinnenweb. Superslim! Dit nestje was op een horizontale tak gebouwd, dat hing over het riviertje bij de ingang van hun terrein. De zon scheen er zachtjes op. Echt prachtig. 

Een kolibrie op haar nestje! Ook vlinders houden van deze bloemen

Nadat Maarten ons de kans had gegeven om wat foto's te maken, keerde hij moeiteloos de auto op het smalle pad bovenlangs de rivier. Voordat we het hek doorreden en de rivier weer overstaken, arriveerde er net een taxi met twee nieuwe vrijwilligers, Bo en Iris. Supertoevallig dat dat precies op hetzelfde moment was. Maarten verplaatste hun bagage van de taxi naar zijn auto, en Bo en Iris stapten in de auto. We stelden onszelf aan elkaar voor, Maarten gaf gas, we staken het riviertje over en 100 meter verderop waren we alweer terug de plek waar ook onze auto stond. 

Maarten nam even lunchpauze thuis bij zijn gezin, in de woning achter op het terrein. Wij mochten met Bo en Iris aansluiten bij de stagiairs. Achter een toiletgebouw met buitenkraan en douchehokjes en de slaapruimtes van de stagiairs en vrijwilligers, was een keuken en een soort eetzaal ingericht. In de keuken stonden Tica's met keukenschort aan achter grote pannen, en in de eetzaal stond een grote tafel met misschien wel 20 stoelen er omheen, op enkele stoelen zaten studenten achter een laptop, tegen de muur die de ruimte scheide van de keuken stond een boekenkast, er stond een relaxte stoel met een student erin, en aan de muren die niet uit horren bestonden waren vrolijke schilderingen aangebracht. Aan de tafel zaten al wat jongeren, voornamelijk Nederlanders maar ook een enkele Spaanssprekende jongeman. Iedereen die er binnenkwam stelde zich aan de al aanwezige, nieuwe personen voor. De studenten waren allen rond de twintig jaar. Bo en Iris gaf ik een jaar of 25, 26, 27. Wij waren duidelijk de oudsten in het gezelschap. Vervolgens kwam er een kerel van Matthijs' leeftijd binnen. Hij bleek ook vrijwilliger hier. Later bleek dat hij een collega is van een Matthijs' goeie vrienden. Wat een kleine wereld is het dan toch weer.

De pannen kwamen op tafel, het plastic serviesgoed stond er al en alle nieuwelingen keken een beetje onwennig om zich heen, wat nu? Er was kennelijk koffie, dat had Matthijs gauw in de gaten, en we konden het zelf inschenken. Hoe zou dat met het eten gaan? Kon je gewoon pakken? Matthijs nam het initiatief en begon bordjes met rijst op te scheppen en uit te delen. Een student naast mij reageerde een beetje ongemakkelijk: kennelijk pakte iedereen anders altijd gewoon zelf. Een beetje zoals in een studentenhuis, lekker zelf pakken uit de pan. Nou ja, zo ging het ook. Een voor een sloten meer mensen aan en intussen werd er uitgebreid gekletst over Work with Nature, de studies die deze mensen volgden, hun stages en vrijwilligerswerk hier, en we spraken over dit land, de energievoorziening hier, over van alles eigenlijk. Het voelde erg huiselijk allemaal, het eten was heerlijk maar Matthijs en ik hadden vooral lol in de gesprekken met deze jongelui. Wat ontzettend leuk om zulke betrokken mensen te ontmoeten, met hart voor de natuur en interesse in planten en dieren.

Na de lunch zouden Bo en Iris even een officieel welkom krijgen en wij mochten intussen wel even de kolibries in de voortuin van Maarten en Hanneke gaan fotograferen. We liepen naar boven, stonden daar nog maar 10 minuten, en toen werden we alweer geroepen door het oudste zoontje van het stel, een jochie van een jaar of 8 in een kort broekje en op slippers, dat enigszins verlegen maar ook duidelijk kwam melden: jullie moeten komen. Hanneke had hem kennelijk gevraagd om die nieuwe mensen boven in de voortuin naar beneden te halen. 

Hanneke gaf ons, samen met Bo, Iris, een student die er kennelijk ook pas een dag was en haar zoontje, een rondleiding door de tuin. Dit betrof eigenlijk het hele gebied, van de rivier tot hun huis, en bestond uit verschillende stukken land: een moestuin waar geëxperimenteerd werd met permacultuur (tuinieren op een manier die ecologisch duurzaam en in balans is, zo legde Hanneke uit), een stuk bos, een plek waar nog van de vorige bewoonster diverse gewassen stonden waar Hanneke zelf ook nog over moest leren, etc. Het jochie dat enthousiast met ons mee ging kon niet wachten om in een potje kikkertjes te vangen en ons te laten zien. Intussen vertelde Hanneke eindeloos veel over alle planten, bomen, bloemen, groentes en gewassen die er groeiden. Ze had er echt ontzettend veel verstand van. Ik vroeg me wel af hoe dat kleine jongetje hier rustig kon rondhollen met die blote beentjes en z'n slippertjes aan, terwijl ik nog steeds bij elke stap moest denken aan die mieren in Tapantí, Marcs waarschuwingen "to always watch your feet", en meer recentelijk, Maartens uitleg over enge slangen en achter elkaar moeten lopen. Wij hadden daarnaast onze ogen sowieso meer op de grond gericht, want ondanks dat Hanneke interessant kon vertellen over haar vakgebied, lag onze interesse duidelijk toch meer bij de insecten en andere beestjes die we mogelijk zouden tegenkomen. En die waren er best! Het zoontje van Hanneke maakte er ook een sport van ze aan te wijzen, hij genoot er duidelijk van om op deze manier bij te dragen aan de rondleiding.

Gek insect Blue jeans poison dart frog

Toen we boven bij het woonhuis van Maarten en Hanneke weer uit het bos waren gekomen, fluisterden Matthijs en ik tegen elkaar dat we wel weer een beetje tijdig naar huis wilden. We wilden het liefst die anderhalf uur in de auto niet in het donker rijden, wat betekende dat we uiterlijk 15:30 uur wel moesten vertrekken. 

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s