Op naar het land van pure vida en de gekke vogels

8 november 2019 - Alajuela, Costa Rica

blij op Schiphol boarding

​Op Schiphol droegen we nog truien, jassen en een sjaal. Na een uitstekend verzorgde vlucht met KLM landden we rond 17:00 uur lokale tijd op een warm vliegveld in Midden-Amerika: internationale luchthaven Juan Santamaría te Costa Rica.

de vlucht

​Even de bagage halen, pinnen, en we konden op zoek naar een taxi! We waren de ontvangsthal van het vliegveld nog niet af, of er stonden al talloze taxichauffeurs de meute op te wachten, die je allemaal hun taxi willen aansmeren. Ik blijf het bizar vinden hoe dit overal ter wereld ongeveer zo gaat. Samen met talloze andere reizigers loop je dan moe, zware bagage sjouwend, "no gracias!" roepend, langs allemaal opdringerige mannen die daar in de uitlaatgassen staan te hopen op een klant. Fascinerend.

​We gingen met eentje in zee, besloten we vrij willekeurig, te moe om er echt hard over na te denken. We waren aangeraden om een official orange taxi te nemen, maar de slimmerds hadden inmiddels allemaal het woord 'official' op hun taxi gezet. De man die bij ons beet had holde er vandoor om z'n auto te halen. We moesten vervolgens meelopen met een ander mannetje dat zei dat hij "his friend" was en "no no, come with me!" en al een aantal keren enthousiast "Pura Vida!" tegen ons riep. We moesten een trap op, de parkeergarage in. Overduidelijk niet naar de officiële taxistandplaats, zeiden we al in het Nederlands tegen mekaar. Ook overlegden we gauw hoe we de onderhandeling zouden aanpakken. Eenmaal bij de auto zeiden de heren dat het ₡10.000 colones zou kosten. No way, vertelden wij hem, de hoteleigenaar had ons immers geschreven dat het niet meer dan $6 dollar moest kosten in een reguliere oranje taxi. Dat is omgerekend zo'n ₡3.500 colones. Ons tegenbod was ₡3.000. Uiteindelijk ging hij akkoord met ₡5.000. Boefjes zijn het toch, taxichauffeurs overal ter wereld.

​We reden door druk verkeer. Het was spitstijd, dat was ook het excuus van de taxichauffeur om zo'n hoge prijs te vragen, maar ze rijden hier sowieso als gekken (een beetje zorgelijk voor als wij zelf in een huurauto stappen over een paar dagen). Toch vrij snel al zette hij ons keurig af voor het juiste hotel in Alajuela, een soort voorstadje van San Jose heb ik begrepen. Ik gaf de chauffeur een zakje muntjes als fooi bij het uitstappen. Die had ik bij me om te wisselen voor de Nierstichting.

Vervolgens stonden we voor een groot stalen traliehek met prikkeldraad er bovenop, dat het hotel praktisch hermetisch afsloot van de openbare weg. Net of je voor een gevangenis stond. Ik wist niet helemaal wat ik daarvan moest denken, maar ik was toe aan een bed dus ergens kon het me ook weinig schelen. We zochten even naar een deur, want er hingen enorme hangsloten aan dit hek. Maar we vonden een bel en werden binnengelaten door een oudere man. De receptie was druk aangekleed, met allerlei houtsnijwerkjes aan de muren, spulletjes in vitrinekasten en een vol bureautje waar de man plaatsnam om ons in te checken. Ik was tot weinig meer in staat op dat moment, de jetlag hakte er bij mij aardig in, dus ik legde mijn tassen op een van de leren stoelen in de krappe zithoek bij het raam en liet het administratieve deel grotendeels aan Matthijs over. Hij was gelukkig nog wel helder genoeg voor dit taakje. Dus ik bleef een beetje achter hem staan om me half te bemoeien met de kosten (er kwam ineens tax bij die niet op Booking.com was vermeld) en de taxi die hij voor ons voor morgenochtend moest regelen.

receptie hotel Santamaria

​Het mannetje liet ons vervolgens de kamer zien, die zich direct naast de receptie bevond. Trots toonde hij ons een usb-aansluiting in het stopcontact, en iets sneller liet hij ook de douche en wc zien. Op de achtergrond klonk luide muziek van een buurman. Al snel bekroop me het gevoel niet zeker te weten niet of dit Hotel Santamaria de 8,2 "Erg goed" beoordeling op Booking.com echt waard was. De kamer bleek bij nadere inspectie inspectie namelijk wel erg... basic. De televisie die een buurman op luid volume aan had staan was (te) goed hoorbaar. Op de vloer zagen we vreemde rode vlekken ter hoogte van het bed. De ene plafondlamp die het wél deed verlichtte de kamer maar nauwelijks, en misschien was dat maar goed ook. Want ondanks dat het pas 18:00 uur 's-avonds was, voor mijn gevoel was het al 1 uur 's-nachts. En daarom wilde ik eigenlijk nog maar één ding: slapen.

Foto’s