Improviseren vanwege een lekke band

19 augustus 2016 - Zabljak, Montenegro

De volgende ochtend werden we uitgerust wakker maar met onze enkels onder de muggenbulten, opgelopen tijdens onze fietsenopknapsessie bij zonsondergang. Op Meryls menukaart stond dat ontbijt tussen 8 en 9 zou komen, maar we twijfelden of we wel duidelijk genoeg ontbijt hadden besteld. Voor de zekerheid aten we alvast de rijpe nectarines die nog in onze picknicktas zaten, en Matthijs maakte dankbaar gebruik van het elektrische kookplaatje om koffie te maken met een steelpannetje water en de oploskoffie die we op één van de eerste dagen hadden gekocht. Terwijl we op Meryl Streep wachtten konden we ons goed vermaken met de camera's in de "tuin" rondom ons huisje. Op het moment dat we naar buiten gingen trok net langzaam de wolk op die als een deken over onze helling had gelegen, waardoor de ochtendzon magisch mooi op de glinsterende dauwdruppeltjes scheen en elk spinnenweb en ieder bloemetje en plantje een schitterend schilderijtje opleverde. In het dal bleef de wolk nog een beetje hangen. Erachter de contouren van een prachtige berg. Geweldig. De vogeltjes en bijen en vlinders waren al druk in de weer en wij stonden erbij en keken (fotografeerden) ernaar. Sprakeloos, want oh, wat mooi en heerlijk. We hebben dan ook ongeveer een uur lang niets anders gedaan dan foto's maken, genieten van het buiten zijn, en natuurlijk veel kopjes koffie drinken op het boomhut-plateau.

Een kneepje in de voorband van mijn fiets was minder positief. Het bandje was oké, maar wel zachter dan hoe we 'm stevig opgepompt hadden achtergelaten. Zo was het de afgelopen dagen met Matthijs' achterband gegaan, tot we die gisteren hadden vervangen, omdat die ook net teveel leegliep iedere dag. We gokten dat 'ie het wel zou houden de volgende 50km, omdat de rit van vandaag geheel over asfalt zou gaan, mits we nog een tankstation tegen zouden komen om 'm een goede, stevige basis te geven. Een fietsenmaker vinden of een winkel waar bandenplaklijm zou worden verkocht, leek ons onwaarschijnlijk in deze regionen.

Toen Meryl kwam had ze inderdaad geen ontbijt bij zich. Wel een tubetje alleslijm, heel schattig maar niet wat we nodig hadden. We mochten blijven zolang we wilden, betalen kon onderaan de weg bij het woonhuis waar we gisteravond de lift hadden gekregen, en weg was ze weer.

Bij gebrek aan ontbijt hebben we met de resten vlees, komkommer en tomaat uit de koelkast en nog wat hompen droog brood geïmproviseerde hamburgers gemaakt. Eigenlijk niet te vreten, maar we moesten wát want we hadden toch een lange fietstocht voor de boeg. Daarna was het tijd om afscheid te nemen van het huisje.

De afdaling naar het woonhuis van Meryl Streep was het eerste moment dat Matthijs zijn achterste schijfrem ook weer goed kon testen. Die deed 't, maar liep wel aan. Het was al opgevallen dat een van de remblokjes er verdacht gesleten uit zag, waar Matthijs van baalde want we hadden de fietsen niet voor niets compleet laten servicen voor vertrek. Maar als het nu ook nog aanliep en nog harder zou slijten, en daar ook nog eens veel herrie bij zou maken, dan was dat geen goed nieuws. Bergafwaarts heb je die achterrem toch hard nodig. Bij het huis van Meryl Streep aangekomen hebben we betaald en afscheid genomen (iedereen roept hier heel gezellig "Ciao!", ook de kindertjes), om vervolgens al fietsend te overleggen hoe nu verder. Gaan we op zoek naar lijm en weer sleutelen, gaan we een tankstation zoeken om te pompen, gaan we gokken dat we de volgende 50km over asfalt gaan halen? We waren rijkelijk laat vertrokken, en Matthijs had weinig fiducie in het vinden van bandenplaksetjes of fietsenmakers met verstand van ingewikkelde schijfremmen. Dus het plan werd: tankstation zoeken en gokken op een goed verloop van de rit.

Deel 1 van dat plan ging voorspoedig. We fietsten nog geen twee bochten op de hoofdweg of daar was al een krummelig tankstationnetje. Ze leken geen air te hebben, maar toen ik een blik wierp in het shopje zag ik daar allerlei auto-onderdelen in een schap hangen, en wie weet... Ze hadden busjes smeer, zekeringetjes, flessen olie en koelvloeistof, anti-vries en diverse tubetjes alleslijm, maar geen bandenplaklijm. Verderop was een modern tankstation. Wederom in de shop nóg meer auto-onderdelen, en zelfs zo'n get-you-home-spuitbus met spul dat je in je lekke autoband kunt spuiten, maar niets voor fietsen. Ik had nog hoop, maar Matthijs wist allang: we moeten hier pompen en dan gewoon gáán. Maar toen ontdekte hij wederom een kink in de kabel, want terwijl hij een paar bar in het bandje blies, kwam het er ergens anders weer net zo hard uit. Wat bleek: het gat in de buitenband was zo groot dat het binnenbandje er een beetje uit kwam puilen, en daar was opnieuw een lek ontstaan. Shiiiiit... Wat nu? We besloten de situatie maar eens te overdenken in het dichtstbijzijnde wegrestaurantje, ons ontbijt was immers ook niet alles geweest en inmiddels was het alweer bijna lunchtijd...

Toen we net voor het wegrestaurantje stonden werden we ingehaald door 2 mountainbikers en Matthijs reageerde in een splitsecond: "Ho stop please we need help!" Die andere fietsers, een vriendelijk stel uit Polen, waren wél zo slim geweest om meerdere bandenplaksetjes mee te nemen. En wij kregen zomaar een tubetje van ze! Geweldig.

Desondanks gingen we toch maar even wat eten. We waren een beetje kribbig geworden van de tegenvallers, intussen had Matthijs ook nog eens knallende koppijn gekregen, dus misschien hielp een kop koffie om de sfeer er weer een beetje in te krijgen. Op dat hete, ongezellige terrasje aan de weg, tijdens een prima brunch bestaande uit omelet en pannenkoek met Nutella, kreeg ik de volgende ingeving: laten we gewoon een taxi regelen die bereid is om ons met fietsen en al mee te nemen. In Virpazar zei de receptionist ook al tegen ons dat taxi's hier makkelijk doen en goedkoop zijn, mocht de trein een probleem worden. En als we nu inderdaad voor 2 tientjes in een uur naar onze volgende bestemming konden worden gebracht, zouden we de hele middag hebben om uitgebreid te sleutelen en met de nieuwe lijm aan de slag te gaan. Gelukkig zijn we het altijd snel eens over dit soort dingen, dus zo gezegd, zo gedaan. De jongen die ons serveerde en goed Engels sprak, kon ons prima helpen. Hij zou het regelen. Vrij snel kwam 'ie melden dat hij vervoer voor ons had geregeld en of €20 een goede prijs was. Ja, inclusief de biciklettes. Nou, prima joh! Matthijs nam nog een paracetamol en vanaf toen ging het een stuk beter, misschien ook omdat we opgelucht waren dat we geen risico's hoefden te nemen met onbetrouwbaar materieel.

De "taxi" bleek een oude VW Passat, gereden door de vader van de knul die ons serveerde. Zo werkt dat hier, gewoon makkelijk bijverdienen. Met de fietsen achterin was er echter nog maar 1 stoel over, dus we moesten samen op de passagiersstoel voorin. "Very romantic!" Haha! Die man sprak trouwens nauwelijks Engels. Eigenlijk helemaal niet. Een gesprek zit er dan niet in zou je denken. Maar hij deed wat andere Montenegrijnen dan ook doen: gewoon heel luid gaan roepen in je eigen taal. Hilarisch.

De route die we hadden willen fietsen was dezelfde als we nu per auto aflegden. Opzich fijn, want nu hoefden we er niks van te missen. Ook vanuit de auto (en tijdens tussenstops die hij heel aardig voor ons maakte) konden we goed zien en fotograferen hoe mooi de Tara rivier is en hoe mooi ook de kloof waar 'ie door stroomt. Deze kloof schijnt de langste en diepste kloof van Europa te zijn, na de Grand Canyon zelfs diepste ter wereld. De Tara rivier wordt ook wel The Tear of Europe genoemd omdat 'ie zo schoon zou zijn. En inderdaad, van bovenaf zag je goed hoe helder en blauw het water was. Het mannetje dat ons reed was trouwens ook wel blij met tussenstops want dan kon 'ie even z'n peukje roken. Tegelijkertijd zagen we ook dat het een vrij drukke autoweg was met veel tunnels, iets waar ik de kriebels van krijg om doorheen te fietsen (ondanks achterlampjes). Dus als er één weg was die oké was om over te slaan, dan was het deze.

In de buurt van de 154 meter hoge Tara Bridge (officieel heet 'ie de Đurđevića brug) zouden we overnachten. We vroegen onze chauffeur dus te stoppen bij de brug. Het laatste stukje naar onze accomodatie konden we nog wel op een slap bandje doen. Bij de brug troffen we een toeristisch walhalla aan. Inclusief zip lines waarmee je voor een tientje honderden meters over de kloof kon scheren, standjes waar je honing en lokaal gebrouwen drankjes kon kopen, waar je rafting over de Tara kon boeken, er was een supermarktje, er waren restaurants en motels, kortom: voor ieder wat wils. Over de smalle brug zelf liep gewoon de doorgaande weg waar ook vrachtwagens overheen reden. En toch was het allemaal vrij indrukwekkend.
Desondanks besloten we toch eerst in te checken en te gaan sleutelen aan de fietsen. Daarvoor hoefden we alleen nog de brug over en aan de overkant nog 4 bochten de berg op.

Wederom hadden we een accomodatie geboekt die niet op Google Maps vindbaar was, en stond er dus een sterretje op de kaart in het gras naast de weg. We kwamen terecht bij een woonhuis, zo leek het, met een paar van die tuinhuisjes er omheen. We werden begroet door een grappig klein, blaffend maar vriendelijk hondje, parkeerden onze fietsen, stapten over een indrukwekkend grote, lelijke tweede hond heen die voor de deur lag (zo eentje met een platte neus en hang-ogen die heel veel kwijlt en niet normaal kan ademen door die misvormde snuit), en riepen vertwijfeld "hallo..?" naar binnen. Een jongen en een wat oudere man sprongen op van de bank waar ze televisie zaten te kijken, alsof we ze betrapten in hun gelummel. Ja, dit was inderdaad Guest House Tara Canyon, maar de zus van die jongen was nog bezig kamers schoon te maken van de vorige gasten (de heren mochten kennelijk achter de tv blijven zitten) dus of we nog even konden wachten met inchecken. Prima, konden wij intussen met de fietsen aan de slag. Als we onze tassen wel al boven mochten leggen en vervolgens het buitenkraantje, de tuinslang en het teiltje mochten gebruiken... Dat mocht.

Bij de oprit van het terrein volgde weer een nieuwe fietsenopknapsessie. Wéér het bandje leeg en uit de voorvork, nu alles volledig schoonmaken, ook de buitenband, binnen- en buitenkant, het grote gat zoeken, het kapotte plakkertje van de binnenband verwijderen, alle gaten opschuren, aan de slag met de lijm... Arme Matthijs had intussen weer knallende koppijn, dus het was even doorbikkelen. Het tubetje lijm van de Polen was nog nieuw. We prikten er met de achterkant van het dopje een gaatje in, knepen erin, niks... Knepen harder, niks... Uiteindelijk was 'ie bijna helemaal plat toen we er nog één druppeltje uit kregen. Te oud, misschien was de lijm al helemaal opgelost ofzo? We hadden wel pech zeg, maar goed, met dat druppeltje en het aller-, allerlaatste beetje uit het eigen tubetje konden we een buitenbandpleister en een binnenbandplakker aanbrengen en dit moest 'm dan maar worden. Vervolgens ging Matthijs het achterwiel van zijn fiets bestuderen. Opnieuw eruit en kijken wat er toch mis ging met die schijfrem. Tussendoor werden we gezelschap gehouden door hondje nummer 3, een bejaard beestje dat niet eens meer recht kon lopen (en daarom maar bij ons in het gras kwam liggen). Toen de fietsen voldoende gerepareerd waren, spoten we ze nog een keer goed af met de tuinslang en hebben we ze geparkeerd. Nu maar eens bedenken wat het plan voor de rest van de dag zou worden. In ieder geval kon de ongebruikte fietskleding verruild worden voor normale kleding, want de brug was op loopafstand en het rommelde een beetje in de lucht, dus nu nog een fietstocht maken zat er ook niet echt in.

We konden inmiddels wel naar onze kamer op de eerste verdieping van dat woonhuis, althans, daar gingen we vanuit, maar er liep nog steeds een vrouw (zonder bh in een wit t-shirt, maar dat geheel terzijde) schoon te maken, en we hadden überhaupt niet echt officieel ingecheckt verder of een sleutel gekregen van de kamer, en die mensen die ons hadden ontvangen waren nergens meer te bekennen. Het geheel was ronduit vaag eigenlijk. We inspecteerden onze kamer en zagen al snel dat het erg beperkt was. Er stond een bed, een kast, een nachtkastje, en in het douchehok was een plee en een wastafeltje met knipperende lampjes in bruingeblakerde fitting. We misten handdoeken, er was geen prullenbakje, er hingen geen gordijnen, het was super gehorig (de meiden in de kamer boven ons waren zeer goed hoorbaar, merkten we die avond), en alles voelde bovendien een beetje klam aan daarbinnen, alsof het beddengoed nog vochtig om het bed was gedaan. En dankzij het open raam vlogen er flink wat muggen en stekebeesten rond. Niet zo relaxt eigenlijk. Er was bovendien niemand aanwezig om een sleutel aan te vragen. De schoonmaakmevrouw kon alleen helpen met handdoeken. Maar inmiddels begon het zachtjes te regenen en hing er onweer in de lucht, dus nu naar de brug gaan wandelen leek ons ook niet zo'n goed plan. Matthijs had zich de hele dag redelijk beroerd gevoeld, dus we besloten even op bed te gaan liggen, wat te gaan lezen en soezelen, en naar buiten te gaan als de donderwolk voorbij was gedreven.

Zo gezegd, zo gedaan. Het hield op met regenen rond etenstijd en een blik naar buiten deed me meteen naar de camera grijpen. De laagstaande zon verlichtte de natte tuin geweldig mooi. Ook de wandeling naar de brug leverde geweldige plaatjes op. De zon die onder dramatische wolken tussen de bergtoppen door scheen, de vlarden nevel in de vallei, en een regenboog toen we over de brug liepen!

Het restaurant aan de overkant, bij de brug, serveerde waardeloos voer, zoals verwacht. De kittens die er liepen te bedelen waren wél weer leuk. We zijn in het donker teruggelopen, Matthijs vond uit hoe de luiken werkten zodat we de kamer toch konden verduisteren, in bed hebben we nog een film op Matthijs' laptop gekeken, begeleid door het geklets van de meiden boven ons, en toen was deze dag ook ten einde.