Dag 9: Van een vallei naar een bergtop verhuizen

17 november 2019 - Turrialba, Costa Rica

Vandaag was de dag van vertrek uit Orosi, tijd om weer een nieuw gebied te gaan bekijken. We hoefden niet heel ver te rijden gelukkig. Maar eerst moesten we nog even ontbijten, inpakken en uitchecken. We deden lekker rustig aan, namen weer eenzelfde ei bij ons ontbijtje, pakten in, deden alles weer keurig op slot en kwamen ons pas rond 9:30 uur weer melden om te betalen en de sleutels in te leveren. Die dwingende man met het Duitse accent van het ei-incident van gisteren stond nu weer achter de balie, samen met een vrouw met dito accent. Dit waren vast de eigenaren. Of we het fijn hadden gevonden hier. Matthijs begon beleefd vriendelijk te antwoorden, maar ik had eigenlijk heel veel op dit verblijf aan te merken. Dit hotel viel in onze top 5 duurste overnachtingen van deze vakantie, en ik vond de prijs-kwaliteit-verhouding eigenlijk helemaal niet in orde. Ook al hadden we een heel huis tot onze beschikking, het lag niet op een fabuleuze plek met fantastisch uitzicht ofzo, zoals het houten hutje op de berg waar we hiervoor waren, dat was een stuk minder luxe maar de plek was geweldig. Terwijl het hier zelfs een beetje onveilig aanvoelde, alsof we in een achterbuurt waren beland, vol jankende zwerfhonden, waar alles goed achter slot en grendel moest worden opgeborgen omdat je anders beroofd zou worden. Het ontbijt had ook best inbegrepen mogen zijn, vond ik, voor de prijs. Maar mijn belangrijkste punt van kritiek was dat ik de twee nachten lang toch erg slecht geslapen had. Of dat nou lag aan de blaffende honden in de buurt, of aan dat plakkerige, als bubbeltjesplastic aanvoelende beddengoed. Ik kon het dus niet laten om me toch wat kritisch uit te laten over dit verblijf, en koos voor het beddengoed als puntje van feedback. Het stel schoot meteen in de verdediging: dit, inderdaad polyester beddengoed, hadden ze speciaal uit Duitsland meegenomen omdat het juist zo fijn was! En het was tenminste schoon te houden, want het beddengoed in andere hotels werd niet gewassen hoor! Nee, in de rest van Costa Rica lagen er ongewassen dekens. Echt hoor! In ieder ander hotel zouden we onder smerige dekens liggen. Nee, dit was echt véél beter! Sjezus, laat maar...?!

Time to go. Hoewel ik het inmiddels ook wel had aangedurfd, kroop Matthijs weer achter het stuur. Binnen no time hadden we het dorpje en de mooie Orosi vallei achter ons gelaten. Op de weg kwamen we ook nu weer talloze fietsers tegen die op mountainbikes en racefietsen over dezelfde weg in of uit de vallei reden. Alsof er ergens een wielerwedstrijd was ofzo? Wel levensgevaarlijk overigens, op die toch smalle wegen, zonder fietspad of stoep en vaak met een veel lager liggende berm, veel bochten en druk verkeer. Zelfs in een luxe 4WD vond ik het niet heel comfortabel om in dit land op de weg te zitten, want overal waar je kwam en 'pura vida' daar gelaten, de Tico's hadden altijd haast op de weg. En oja, hun hondjes liepen massaal in de bermen te zwerven. Kortom: ik zou het niet doen, me zo onbeschermd op een fiets door dit land verplaatsen... 

We zouden maar 50 km verderop overnachten, aan de andere kant van de Turrialba-vulkaan, maar deden toch nog 2 uur over de rit. Dat lijkt langzaam, maar inmiddels weet ik dat een dergelijke duur van een gemiddelde autorit hier heel normaal is. De routes gaan allemaal over en door de bergen dus je kunt nauwelijks vaart maken met al die bochten en hoogteverschillen, vaak heb je maar één baan tot je beschikking, je komt voortdurend dikke vrachtwagens tegen die ook naar boven moeten kachelen, de lokale automobilisten ondernemen voortdurend risicovolle inhaalmanoeuvres die je weer moet zien te ontwijken, en het asfalt zit ofwel vol verraderlijke potholes, of wordt steeds afgewisseld met betonnen platen, grind en onverharde modderwegen met glibberige keien. Allemaal redenen om niet heel hard vooruit te komen, dus.

Ook in dit geval was de afslag van de hoofdweg naar ons hotel ineens een grindpad, en van de kiezels kwamen we al gauw in de kuilen, hobbels en bobbels. Na ongeveer een kwartier op deze weg, inclusief tegenliggers, haarspeldbocht en twijfelachtige afslag, was dáár dan ineens het bord van de Bella Vista Ranch. Het pad omhoog was zo steil dat ik even twijfelde of de auto niet achterover zou kieperen. Matthijs had wederom de eer om deze stuurmanskunsten uit te voeren. We reden de bocht om, waar de helling iets minder steil werd, en nog een bocht, weer een stuk steiler, langs kleine huisjes en een luxer-uitziende cabin, langs een ander huis waar 'receptie' stond, en even verderop kwam een man aanlopen die hard zwaaide. Dat was dan vast de eigenaar. Matthijs reed naar hem toe en ik opende het raam aan de bijrijdersstoel. Marc, zo stelde hij zich voor, kwam relaxed naar binnen hangen. Een oude Amerikaanse surfer dude, zo zag hij eruit, van een jaar of 60, in een verwassen t-shirt, basballpetje op z'n kop, ongeschoren bakkes. Met een beetje een slur in zijn spraak vertelde hij dat hij ons een upgrade had gegeven want we kwamen uit Nederland en dan hadden we vast een kingsize bed nodig. In plaats van huisje 3 kregen we de villa on top of the hill. Nou, prima joh! En of hij even kon meerijden naar boven. Ik stapte uit om hem voorin te laten zitten, wat even overtuigingskracht nodig had ("no no, I insist") en Matthijs reed weer verder. Ik dacht dat we nog minstens minutenlang zouden rijden, maar op aanwijzing van Marc parkeerde Matthijs de auto nog geen 100 meter verderop alweer. Wel een stuk hoger weer, inderdaad bovenop een hoog plateau, met 360 graden uitzicht. Het enige dat in het zicht stond vanuit onze 'villa' was het huis van Marc zelf. Dáár woonde hij met zijn vrouw Annabel, wees hij, "so we're gonna be neighbours, man!" De manier waarop hij "man" zei, deed me ontzettend denken aan de op de stroming surfende zeeschildpad in Finding Nemo. Zie je wel, een surfer dude! Bij het uitstappen maakte hij de opmerking dat Matthijs inderdaad wel een tall guy was, goed besluit dus om ons de villa toe te wijzen! En hij verontschuldigde zich direct als we zijn grapjes irritant zouden vinden. Intussen kwam Annabel uit hun huis rennen, een Tica die met een hoge, luide stem ons in gebroken Engels hartelijk welkom heette en daarna de villa in holde omdat er volgens Marc nog even getoverd moest worden met wc-papier. Er zouden twee wc's in de villa zijn en zij hadden zelf geen pleepapier meer, dus of we dan 1 rol konden missen. Nou ja, prima natuurlijk... We liepen mee om de villa te bekijken. Op het eerste oog zag het er allemaal prachtig uit. Matthijs maakte complimenten over het uitzicht hier, wat was het prachtig en hoe zou de sterrenhemel er wel niet uit zien! Marc vertelde dat hij een telescoop in zijn huis had, en of we die wilden lenen. Nou ja, graag! En dáár zagen we een vulkaan die nog actief was, en waar je, als je geluk had, de lucht erboven oranje kon zien gloeien. Cool! En dat we wifi bij de receptie konden krijgen, maar dat we na morgen de enige gasten zouden zijn en dan konden we de router ook wel meenemen naar boven. Oké, ook prima...! En in de koelkast van onze villa zouden koude biertjes staan om ons welkom te heten. Nou, wat super allemaal! En of we vanavond een hapje kwamen eten in het huis waar het bordje 'receptie' stond. Ja, tuurlijk, graag! Marc ging ons vervolgens ook nog een uitkijkpunt over het dal tonen. We moesten meelopen, achterlangs onze eigen villa, door een hek, een pad met gras over (Marc waarschuwde ons intussen: "always watch where you put your feet guys! There could be a snake or you could get attacked by ants... I've seen it all! So if you stop walking to take a picture or whatever, look first, then stop!") naar een houten platform achter zijn eigen huis. Daar moesten we de zonsopkomst komen fotograferen. Marc was duidelijk trots op zijn property hier, en we konden hem geen ongelijk geven. We liepen weer terug en daar was ook weer Annabel, die bleef ook om ons heen hollen en enthousiast tetteren en knuffels geven. Poeh. Het werd me bijna een beetje teveel. Ik had natuurlijk slecht geslapen, een discussie moeten voeren met die Duitsers in Orosi en we hadden net een twee uur durende rit achter de rug. Dus toen we eindelijk afscheid hadden genomen van deze oprecht aardige mensen, had ik even de tijd nodig om echt te acclimatiseren.

Acclimatiseren in onze villa op de berg

Matthijs merkte direct aan me dat ik niet heel relaxt was, dus stelde voor om een biertje open te trekken en er verder een relaxdagje van te maken. Dat was best een goed plan. Het was prachtig weer en in de struiken, bloemen en planten hadden we alweer kolibries gespot. Dus Matthijs greep zijn camera terwijl ik mijn korte broek, slippers en een spaghettibandjesshirtje aantrok, en samen gingen we onze nieuwe voortuin in. Hier vermaakten we ons enkele uurtjes toch goed. Onder andere met de kolibries, maar ook met de spannende roofvogels die we vlakbij zagen overvliegen. Eentje landde zelfs op het dak van het huis van Annabel en Marc! Gaaf, eentje die we nog niet kenden.

Roodstaartamazilia in de achtertuin van Bella Vista Eco Lodge

Tegen 15:00 uur besloten we dat we er misschien toch nog even uit moesten. Misschien wat boodschappen doen bij het winkeltje aan de hoofdweg waar Marc ons op had gewezen? We hadden eigenlijk nauwelijks meer snacks op voorraad, en misschien was het wel handig om wat groente, fruit en water te halen. Het bier was wel weer voldoende uit ons systeem. Dus Matthijs stapte weer achter het stuur en samen reden we de steile oprit weer af, over de hobbelige kiezelweg, richting de hoofdweg.

Het winkeltje zat inderdaad vlakbij de afslag. Ze hadden er van alles, van grote verpakkingen schoonmaakmiddelen tot luxe shampoo en van verse groenten tot diepvriesvlees. Er liepen best wat mensen door de smalle gangpaden. En ook achter de kassa, toch een vrij krappe ruimte, zaten 3 medewerkers maar liefst. Ze zullen het wel gezellig hebben gevonden zo.

We kozen voor twee tomaten, een grote wortel (valt altijd wel wat van te maken), een stokbrood, een fles vloeibaar wasmiddel, instant noodles, noodrepen, chips, wijn, non-alcoholist drinken en nog wat andere proviand. We rekenden af, Matthijs maakte weer een nieuwe spannende manoeuvre om de auto weer veilig op de hoofdweg te krijgen, en we reden weer terug over het hobbelpad, de steile oprit terug naar onze villa.

Met al die heerlijke boodschappen die we hadden gescoord, wilden we eigenlijk wel wat snacken. De lunch hadden we immers overslagen, en het avondeten zou nog even duren. Dus van een van de perfect rijpe avocado's die we nog hadden van het winkeltje aan de snelweg nabij San Gerardo, en met het potje kruidenmix uit Alajuela, maakte ik een uitstekende avocadoprut. Dat smeerde ik op wat plakken stokbrood en daar ging weer wat tomaat overheen en tenslotte nog wat kruidenmix. Heerlijk! Van de wortel sneed ik reepjes die we in het restantje avocadoprut konden dippen. Met dit uitgebreide borrelhapje en een glas wijn keken we op Matthijs' laptop een aflevering van een serie die we volgen. Heerlijk allemaal. Net toen de aflevering afgelopen was, wierpen we een blik naar buiten en zagen we echt schitterende 'god rays' door de wolken schijnen. Prachtig. Dus wéér grepen we onze camera's om hier mooie landschapsshotjes van te maken. Wat een leuke hobby is het toch!

Na regen komen god rays

Toen het rond etenstijd was, liepen we naar beneden en vonden we in het receptiegebouw een soort woonkamer waar de familie van Annabel televisie zat te kijken. Aan de bar, bij de keuken, zat een ander jong stel. Een mooie blonde meid en een jongen die ik net zo goed Scandinavisch had gegeven. Maar het waren Fransen. Annabel stond al achter de pannen, en Marc bood ons wat te drinken aan. Ja, nog een biertje, lekker, waarom niet. Er liep ook nog een jonger meisje, Marc vertelde dat dat hun dochter was of hun nichtje, ik weet het niet meer precies, die kwam logeren, ze had een "art studio" achterin dit gebouw en moest Engels leren... ofzo? Een beetje een onduidelijk verhaal. Ik vertelde op mijn beurt aan Marc welk plan we voor morgen hadden: "we are visiting a Dutch foundation called 'Work With Nature' that we supported financially. They bought a piece of land near Limón and they are occupied with reforestation, research and protecting the rainforest there." Daar had Marc wel oren naar. Mochten we het daar heel cool vinden, dan moesten we dat maar aan hem doorgeven, dan kon hij zijn gasten een nieuwe activiteit voorschotelen (aangezien er niet echt andere begaanbare nationale parken in de buurt zaten en de activiteiten hier in de omgeving zich beperkten tot het bekijken van de vulkaan - tot het hek, want hij was verder niet toegankelijk, te actief, of een of andere archeologische opgraving bezoeken). Matthijs had intussen zijn laptop opengeklapt want hij had Marc beloofd wat eigen foto's van de melkweg en van deep sky objects te tonen. Hij knoopte natuurlijk ook meteen een gesprekje aan met het Franse stel. Waar zij allemaal geweest waren, of naartoe gingen, en hoe cool het allemaal was hier. Ze bleken pas net te zijn gearriveerd in Costa Rica. Je zag vooral aan haar hoe de jetlag erin hakte. Desondanks raakten we best gezellig met ze aan de praat. Van Annabel kregen we alle vier een goed bord eten: rijst met bonen, een plat stukje rood vlees, supermals, een gebakken ei, wat koolsalade... Prima voer. Marc kwam Matthijs' foto's nog even bewonderen en voegde zich toen bij zijn schoonmoeder die op de bank achter ons televisie zat te kijken. Best grappig, het voelde echt een beetje alsof we gewoon bij hen thuis op bezoek waren. Na het hoofdgerecht kregen we ook nog een toetje. En tenslotte volgde ik nog een beetje Marc zijn gesprek met het Franse stel, dat na hun hapje eten duidelijk nog maar 1 ding wilden en dat was slapen. Over dat hij morgenochtend met zijn schoonmoeder naar de dokter of de kliniek of het ziekenhuis moest, maar dat ze daarna wel een lift van hem konden krijgen, en hoe laat dat dan zou zijn, en dat ze het beste contant in Colones konden afrekenen want anders zou de overheid zoveel tax rekenen en de creditcardmaatschappij er alleen maar heel rijk van worden. Marc was wel een kletskous zeg. Toch kwam het allemaal heel oprecht vriendelijk over. Kort nadat de Fransen waren vertrokken besloten wij ook maar weer naar boven te gaan. We moesten de volgende dag immers vroeg op om om 7:15 uur al bij Stichting Work With Nature te zijn.

We liepen naar boven en zagen in het licht van onze zaklampen ineens twee oranje ogen reflecteren, vanuit het gras, pal naast ons huis. Wat was dat dan? We liepen voorzichtig dichterbij en zagen het toen opvliegen en twee meter verder weer landen. Het leek wel een uiltje...? Het bleek een nachtzwaluw! En wat een cool beestje is dat zeg, echt te gek. We liepen gauw naar binnen om de laptop neer te leggen, en onze camera's met statieven te halen om 'm op de foto te zetten. De zaklampen gingen ook weer mee. En het beestje leek niet heel erg schuw, hooguit wat geïrriteerd door dat felle licht, waardoor hij toch een aantal keren weer opvloog. Nadat we ieder wel een foto hadden kunnen maken, vloog hij opnieuw op en toen helemaal weg. Jammer. Maar ik had er een favoriete vogel bij!

Er zaten gewoon nachtzwaluwen buiten in het gras te chillen

We bleven nog even buiten spelen. We stonden er nu toch met al onze gear, en het uitzicht op de vulkaan was toch wel erg tof eigenlijk. Enkele wolkenvlarden hingen in het dal, daar waar het onbewolkt was waren de sterren mooi zichtbaar, en aan de hoeveelheid lichtjes op de helling zag je hoe bewoond de vulkaan eigenlijk was. Ik probeerde me voor te stellen hoe dat met Pompeï moet zijn geweest. Daar had ik op de basisschool nog eens een "verslagkring" (spreekbeurt) over gegeven. 

Zo zag het eruit als we 's-avonds naar buiten stapten vanuit onze lodge

Daarna was het wel echt bedtijd. Althans, het was nog best vroeg maar ik vond het helemaal geen probleem om nu al te gaan slapen, want man, wat was ik steeds vroeg moe in dit land. Ik denk dat ik ook nu weer, voor 20:30 uur al, in een diepe slaap ben gedonderd.

Foto’s