Dag 1: zin in de natuur!

9 november 2019 - Tortuguero National Park, Costa Rica

​Sinds 6:00 uur waren we op. Natuurlijk dankzij de jetlag, en ook hadden we een slechte nacht gehad in dit brakke hotelletje met kartonnen muren. Want nadat de televisie van de buurman uit was gegaan, hoorden we alsnog het verkeer toeteren op straat en mensen inchecken bij de receptie. Maar dat mocht de pret niet drukken, en we maakten vooral veel grapjes over de elektrisch verwarmde piezelstraaldouche en de kapotte lampen. Toen we eenmaal een beetje ontwaakt waren, mede dankzij de douche, hoorden we in de betegelde tuin waar de kamer aan grensde de eerste onbekende vogelgeluiden. Gaaf! We zijn in de tropen! Althans... Nu nog de betonnen jungle die naar uitlaatgassen stinkt, maar binnenkort... Oh, wat had ik zin in deze reis. Verder zag ik dat het best hard waaide. Dat wordt nog wat, dacht ik, straks in dat kleine vliegtuigje....

​Om stipt 7:00 uur 's-ochtends gingen we op zoek naar de "ontbijtzaal", dat op het binnenplaatsje bleek te zijn, aangekleed met Boeddhabeelden en Dalai Lama-spreuken aan de muur. Hier kregen we een prima ontbijtje van een dame achter de pannen en een vent met een hoop praatjes: over de koffie van Costa Rica, over de eerste Starbucksvestiging in Costa Rica die hier vlakbij zat en waar we écht heen moesten (ha, sure), over hoe papaja perfect rijp kan zijn maar ook nét niet lekker, over Nederland, en de enthousiaste man tekende zelfs een hele routebeschrijving uit voor onze volgende bestemming, Tortuguero. Want daar zouden een soort indianen leven en dat was zó bizar, dat moesten we gaan zien. Ik was nog iets te brak om gezellig met deze kerel te socializen, kreeg het Engels nauwelijks mijn strot uit. Dus Matthijs deed beleefd het woord, en ik zat er vriendelijk bij te glimlachen. Het ding was ook: we hadden natuurlijk al vrij gedetailleerde plannen. Dus in zo'n situatie kan je eigenlijk niet veel meer dan het aardige verhaal van zo'n man aan te horen en te zorgen dat hij je vooral niet te lang ophoudt.

​We hadden die ochtend ook nog best veel te doen. We wilden bijvoorbeeld nog een telefoonkaartje kopen voor een maand lang Costa Ricaans mobiel internet, vooral handig onderweg voor het navigeren. Dus we vroegen die man waar we dat zouden kunnen kopen, en blij dat hij ons alweer kon helpen holde hij naar de stoep om het hek te openen en te wijzen waar geschikte telefoonshops zouden zitten.

Hotel Santamaria Hotel Santamaria

​Alajuela bleek een levendig stads geheel, zo 's-ochtends vroeg, met vieze stoepen, gekke winkeltjes, pleinen met standbeelden omringd door hoge bomen, veel verkeer en gehandicapte bedelaars. Het rook er flink naar uitlaatgas, of naar de geuren die horen bij het soort winkeltje waar je langs loopt. Zoals de banketbakker, waar de zoete geur van broodjes ons tegemoet kwam. Aangezien ons ontbijtje van zojuist lekker maar ook een beetje karig was, en óók omdat het gewoon leuk is om iets te kopen van onze colones, kochten we hier twee broodjes om die al lopend in de uitlaatgassen op te eten. Ik een zoete en Matthijs een hartige. Even keken we de kat uit de boom hoe het hier precies werkte: je mocht zelf een rood, plastic dienblad en een broodtang pakken, en daarmee de broodjes van je keuze uit de vitrines pakken en naar de kassa brengen. Voor anderen de normaalste zaak van de wereld, voor ons een beetje onwennig. En voor de kassajuf reuze vermakelijk hoe wij in houtjetouwtjespaans met het geld stonden te hannesen.

​We zagen ergens verderop een bankgebouw en Matthijs bedacht zich dat het misschien wel handig was om toch nog wat meer te pinnen, want je kon maar beter voldoende contanten op zak hebben. Dus we tapten nog eens ₡200.000 colones, en verdeelden het geld weer over onze portemonnees. Buiten het bankgebouw bedelaars, heel typisch. We liepen verder door het nu al warme zonnetje, want onze telefoonkaartjesqueeste was nog niet geslaagd. Opzich zagen we op talloze gevels bordjes van telefonieaanbieders (Movistar, Claro) hangen, maar Matthijs wilde het liefst in een wat grotere winkel geholpen worden door iemand die Engels sprak. En het viel nog niet mee om die te vinden.

​Toen we eindelijk tegen zo'n optie aan liepen, die echter pas om 9:00 uur zou openen, besloten we nog even koffie te drinken bij het naastgelegen koffietentje, om de tijd te doden. Dit was alweer zo'n ervaring! Overal stonden enorme (nep?)taarten uitgestald, aan de muur hing allerlei kitscherig servies met gouden randjes en er draaiden kerstmuziekjes op de achtergrond. Op een televisiescherm aan de muur stond een programma op waarin live les werd gegeven aan een klas basisscholieren. 

Koffie met kerstmuziekjes

Videoverslagje van het kopje koffie in kerstsferen

​Ondanks dat we hadden besloten bij het naastgelegen telefoonwinkeltje annex internetcafé de telefoonkaartjes te halen, zagen we vanuit ons gekke koffiebarretje aan de overkant van de straat een Claro-winkel. Hier kon het ook. Omdat de hotelmeneer met de praatjes had gezegd dat hij zelf de voorkeur gaf aan een Costa Ricaans telefoniemerk boven het internationale Movistar, leek het ons eigenlijk ook wel prima om hier dan ons mobiel internet te kopen. Dus na onze koffie liepen we daar binnen, en we slaagden hier inderdaad voor deze missie.

​De Zuid-Amerikaanse vibes waren overigens al goed voelbaar in dit kleine stukje stad. Overal op straat klonk salsa-achtige muziek en zaten mannetjes loten te verkopen op de stoep. In de bomen en op elektriciteitsdraden hoorden we gekke spreeuwachtige krijsende vogels. Ik kreeg er zoveel zin van om naar de natuur te gaan...! Gelukkig was het al bijna zover.

Wachten op de taxi achter het traliehek

​Eenmaal terug in het hotel zijn we snel uitgecheckt, hebben we de taxi laten komen en zijn we weer naar het vliegveld gegaan. Dit keer koste de taxi maar ₡2.000 colones, althans, dat gaf de meter aan. De luie taxichauffeur kreeg ₡4.000, want dat hadden we van tevoren afgesproken. En een deal is een deal, zo grapte Matthijs. De taxichauffeur was overigens niet bereid om voor dat geld de tassen in of uit de achterbak te tillen of ons voor de juiste vertrekhal af te zetten, ondanks dat Matthijs dat toch in z'n beste Spaans wist te vragen (hoewel hij het over domesticado had, en nu achteraf had hij waarschijnlijk iets van doméstico moeten zeggen). Dus we liepen nog een stukje naar de spiksplinternieuwe vertrekhal voor binnenlandse vluchten, en checkten in bij Sansa Air om te vliegen naar Tortuguero (waar je alleen per boot of per vliegtuig komt). En ja hoor, daar stonden inderdaad allemaal kleine propellervliegtuigjes klaar!

We kochten nog wat proviand bij het winkeltje in de vertrekhal, en wachtten tot het onze beurt was om te boarden. Om ons heen zaten hier en daar wat mensen in de kleine vertrekhal. Buiten werden kleine vliegtuigjes getankt en zo nu en dan werd een klein groepje reizigers opgeroepen om naar buiten te lopen, naar het vliegtuigje dat voor hen klaarstond. Ik probeerde de zenuwen wat te onderdrukken door een beetje grapjes te maken en me op onze lunch, mijn telefoon en de andere mensen in die vertrekhal te focussen. Want ik zag dat het buiten nog steeds best hard waaide, en dat maakte de spanning er niet minder om. Tot wij op een zeker moment dan ook eindelijk werden opgeroepen. Tijd om te gaan vliegen!

Sansa vloot Vol spanning over de komende vlucht

Matthijs moest het allemaal vastleggen Alle passagiers vonden het cool

De meest spannende vlucht van mijn leven volgde. Twee piloten vlogen ons samen met 3 andere passagiers in 25 minuten naar de noordoostkust. Eerst over de stad San José, over vlak landbouwgebied en een hoge bergketen, over dicht oerwoud en enorme bossen op berghellingen, over grote zonnevelden, (palmolie-, bananen-, koffie?)plantages, langs een vulkaan waar je hoge watervallen en lange, slingerende rivieren uit zag lopen... en voor we het wisten zetten de Sansapiloten alweer de daling in.

Uitzicht op een vulkaanUizicht op Tortuguero

​Matthijs noemde de reis hierheen "net uit een Indiana Jonesfilm", en inderdaad: zó is het dus om met een propellervliegtuigje te vliegen en dan te landen op een airstrip midden in de jungle. Het was ook wel a bumpy ride, was mijn oordeel. Elk wolkje was voelbaar en de wind waar ik me van tevoren druk over had gemaakt dus ook. Best een beetje eng, maar goed. Ook de landing was vrij spectaculair. Eenmaal geland maakte ik nog een praatje met een van de piloten, die me vertelde dat het één van de moeilijkste manoeuvres is in Costa Rica, deze landing, vanwege de zeewind die haaks op de korte landingsbaan staat. Dat had ik wel gemerkt ja.

​Op de grond troffen we geen terminal, bagagebanden of taxfreeshops aan, maar één fotogeniek, vervallen gebouw (dat volgens mij niet meer heel veilig is om te betreden), met een weegschaal op de grond en wat zitgelegenheid voor vertrekkende passagiers. Er liep ook een superlief hondje dat ons kwispelend kwam begroeten en likjes kwam geven. En er was ook een man met een hoed op, die vroeg naar Matthew en zei dat hij ons over 10 minuten naar het hotel zou brengen. Zodat we nog even snel konden spelen met onze camera's. Want die hadden we natuurlijk nog in onze handen. Dus we haalden op zijn verzoek gauw onze ruimbagage van het asfalt, de paar passagiers die er hadden zitten wachten stapten in het vliegtuigje, en Alexis (zo heette deze meneer) legde vervolgens de remblokken van het landingsgestel weg. En terwijl we het vliegtuig uitzwaaiden, ik het hondje vertroetelde en Matthijs nog even gauw een paar foto's maakte van het strand (wat zaten daar nou voor grote vogels?), prepareerde Alexis zijn boot.

Aankomst in Tortuguero 

​Een gevoel van euforie overviel me. Daar sta je dan ineens, midden in de jungle, omgeven door vogelgeluiden. Met lieve hondjes, in een prachtige omgeving en met aardige, relaxte mensen. Het was ongelofelijk heet hier, zelfs in de ochtend voelde het al tegen de 30 graden... En hier was het ook nog eens ultiem vochtig. Net een Turks stoombad waar je binnenstapte. Wát een avontuur!

​Hoewel Alexis die hond liever niet op de airstrip achterliet, wilde de lieve woefer ook echt niet mee in de boot. Dus na enkele pogingen om 'm aan boord te halen vertrokken we uiteindelijk toch maar zonder hem. En we waren de bocht nog niet om, of daar riep Alexis al "look, a kingfisher!" Ik had van tevoren nog tegen Matthijs gezegd dat het toch wel toeval zou zijn als we nu wéér ijsvogels zouden spotten op vakantie. Zoals in Thailand, Montenegro, Canada... En ja hoor, hier was de eerste al! Ongelofelijk. Een zogenaamde Amazon kingfisher, of Amazoneijsvogel. Alexis zag natuurlijk direct onze opwinding, en speelde daar handig op in door met dit taxi-boottochtje meteen even reclame te maken voor zijn eigen tours, en ons te tonen:

  • ​Black vulture, zwarte gier (hadden we ook vanaf de airstrip op het strand zien zitten) 
  • Amazon kingfisher, Amazoneijsvogel
  • Ringed kingfisher, bandijsvogel (volgens mij de grootste ijsvogel van dit continent)
  • Anhinga, Amerikaanse slangenhalsvogel
  • Little blue heron, kleine blauwe reiger
  • Green heron, groene reiger 
  • Tiger heron, gestreepte tijgerroerdomp
  • Great-tailed grackle, langstaarttroepiaal
  • Montezuma oropendola
  • Howler monkeys, brulapen
  • Two toed sloth, luiaard
  • Iguana, leguaan
  • Jesus christ lizard, helmbasilisk:

Jesus Christ superstarAmerikaanse slangenhalsvogel of Anhinga

Mexicaanse tijgerroerdompLeguaan vrouwtje Kleine blauwe reigerJuveniel mangrovereiger (denk ik?)

​Alexis wist er duidelijk veel vanaf, want hij wist de diverse dieren allemaal probleemloos aan te wijzen en te benoemen. Ook voer hij het bootje steeds heel rustig naar de volgende plek, om ons uitgebreid de gelegenheid te geven om foto's te maken. Echt geweldig leuk! (Dus eigenlijk zonder overleg besloten we allebei dat we gewoon meteen een tour bij hem moesten boeken.) Daarnaast vertelde hij in goed Engels maar met een lekker dik accent ook nog over de reden dat hij hier zoveel vanaf wist: hij was al zo'n 25 jaar tour guide in dit gebied, kwam ook uit deze regio, en was trots op zijn land. Alexis had agriculture gestudeerd in Amerika, en een grote liefde voor de natuur en wildlife. Zo vertelde hij dat hij zelf ook een stuk land bezit met een flink stuk bos waar luiaards en andere beschermde dieren leven. Best logisch dus dat hij dit werk deed hier.

​Uiteindelijk gaf hij toch gas en voeren we het laatste stukje op wat hoger tempo door het bruinige water naar de aanlegsteiger van Rana Roja lodge, op zo'n 6 km afstand vanaf de airstrip. Dolenthousiast van deze "best taxi ride ever!" stapten we uit de boot van Alexis. Een beetje een dikkige jongen met een bril op ontving ons. Hij pakte een voor een onze zware tassen aan, en gaf een handje bij het uit de boot stappen. Intussen bespraken we met Alexis dat hij ons de volgende ochtend zou komen ophalen voor een boat tour. Hij had ons al gezegd dat twee andere toeristen bij hem hadden geboekt en dat wij ook wel mee konden. Dat leek ons uitstekend, hadden we meteen een plan voor de volgende dag! Matthijs gaf hem nog een fooi en toen kon het volgende hoofdstuk beginnen. 

De bar en aanlegsteiger van Rana Roja lodge

​Deze aanlegsteiger was eigenlijk ook een bar, en bij aankomst stonden er twee fruitsapjes voor ons klaar. De dikkige jongen had ons gezegd dat we hier even konden bijkomen en dat hij ons daarna naar onze cabin zou brengen. En zo geschiede. Met al onze bagage liepen we achter hem aan, over het pad dat achter de bar liep, langs een zwembad, naar een soort gebouw dat ingericht was als eetzaal en waar een tafel met laptop erop als receptie diende. We checkten in, kregen instructies over het moeten reserveren van lunch en eten als we dat wilden (want het was laagseizoen) en hoe het resort gedeeld werd met een andere eigenaar, waardoor je bij de ene bar wel drankjes op rekening kon krijgen, en bij de andere bar cash moest betalen. Daarna mochten we deze jongen volgen naar de hut waar we 3 nachtjes zouden verblijven. Door een kletsnat oerwoud liepen we achter deze knul aan, over een slingerende betonnen loopbrug, langs diverse andere hutten op palen. Eronder een soort ondiepe mangrove. Wij kregen het laatste huisje aan dat pad, een vrij grote hut gemaakt van houten palen, met plavuizenvloer, horren als muren, een golfplatendak en gordijnen van zijde of polyester - in ieder geval iets dat niet zeiknat wordt met deze extreme luchtvochtigheid. Er stonden 2 bedden, een eenpersoons- en een tweepersoonsbed, met daarop twee handdoeken als zwaantjes gevouwen. Voorin waren wat planken op de dichte gevelmuur gemonteerd, waar ook een kluisje stond, en achterin de hut tenslotte was een douche met wc en wastafel. Cool!

Onze hut in de Rana Roja Lodge

​We waren net begonnen met het uitpakken van de tassen toen we ineens een luid kabaal hoorden buiten. Van een hoge boom naast het pad was een flinke tak afgebroken, helemaal uit de top, en dat kwam met een hoop andere takken en bladeren naar beneden kletteren. Het spul dat op een golfplatendak viel gaf een extra dramatisch effect, omdat het zo lekker hard knalde. Wij vonden het allemaal wel gaaf, maar na een minuut of 5 werd er op de deur geklopt. De jongen die ons ontvangen had zei ons dat hij onze veiligheid hier niet kon garanderen. Misschien ging die boom wel helemaal om. Dus we moesten verhuizen. Hij keek er erg serieus bij. Wij baalden, want onze tassen waren al half uitgepakt en we waren juist zo blij met deze hut. Maar het waaide inderdaad nog steeds een beetje, dus ik had wel begrip voor zijn beslissing.

​Dus wij konden al onze tassen weer inpakken en de bagage weer versjouwen. De andere hut was juist aan het begin van het pad, vlakbij de ontbijtzaal annex receptie en een zwembad waar harde muziek draaide. Dit huisje was kleiner dan de vorige, en een schoonmaakster was hier halsoverkop bedden aan het opmaken. We legden de tassen dus maar half binnen, voor haar uit de weg, half buiten op de veranda. Dan maar even een biertje drinken in de bar aan het water, dan zouden we later wel terugkomen om hier te settelen. Dat biertje waren we trouwens ook wel echt aan toe, want de hoeveelheid indrukken en ervaringen die we in een paar uur tijd al hadden opgedaan werden ons bijna teveel. 

​Er kwam overigens geen eind aan al die indrukken, want we zaten nog niet in de bar of we zagen een otter in het water langszwemmen. Bizar, hoe cool! En vervolgens hadden we onze biertjes nog maar net op toen die knul weer verscheen en ons zei dat we nú moesten meekomen als we apen wilden zien, want die waren ineens verschenen. En ja hoor, een hele troep white faced capuchin monkeys, oftewel witschouderkapucijnaapjes hingen krijsend in te bomen naast onze nieuwe hut. Ik vroeg die jongen nog: zijn dit ook het soort aapjes die zonnebrillen jatten? Ja, zegt die jongen, dit zijn wel van die brutale. Matthijs merkte op dat eentje inderdaad iets in z'n handen leek te hebben dat misschien wel niet hoorde: een chocoladereep? Dus ik neem een foto met de telelens...

Aap heeft chocola gestolen

​De brutale vlegel bleek zijn tengels in onze spullen te hebben gestoken! Eén van de tassen die we eerder hier in de buurt hadden achtergelaten was het boodschappentasje met proviand van het vliegveld. Hier zat ook een chocoladereep in die ik nog uit Nederland had meegenomen... Die aapjes bleken die te hebben gevonden. Stom natuurlijk, niet aan gedacht. Maar er was ook zoveel hectiek het afgelopen uur, dus we namen het onszelf niet helemaal kwalijk. Wel een beetje. Wat als die chocolade giftig was voor hem, zoals dat ook voor honden geldt? En wat als hij het zilverpapier opat? Of dat verpakkingsmateriaal hier in de groene omgeving achter bleef... Hoe dan ook vonden we dit niet heel grappig. We schaamden ons ook dat we hier nog geen uur waren en dat wij nu al voor de overlast van deze aapjes hadden gezorgd. Maar het werd nog erger... Matthijs ging de hut binnen om de spullen nu ook maar meteen goed op te gaan ruimen, en daar bleek ook ineens een aap te zitten. Er zat een gat in de hor, ergens bovenaan een van de muren, en het was onduidelijk of dit gat zojuist was gemaakt of er al zat, maar hoe dan ook zat er dus ook een aapje binnen die een zak chips had gevonden. Matthijs joeg 'm met veel kabaal weg, maar het was ons nu wel duidelijk: deze hut wilden we echt niet. Niet als de apen hier al een ingang naartoe hadden gevonden. We wilden in die andere hut, ver weg van de bar, het zwembad en ver weg van de apen. Dus Matthijs ging weer terug naar de jonge parkmanager en stelde voor om dan samen nog eens de boom aan het eind van het pad te inspecteren, om vervolgens te concluderen dat het gevaar daar echt wel meeviel. Gelukkig mochten we toen wéér onze spullen terugverhuizen.

​Het was overigens nóg natter geworden. Het voelde al als een stoomcabine in deze jungle, maar eenmaal terug in de oorspronkelijke hut viel het ons op hoe de plavuizen ook echt zeiknat waren geworden. Alles was vochtig hier, en spekglad. En ook Matthijs' kledingtas had in de boot in een plas gelegen. De natte kleding die hij er nu uithaalde en direct aan een haakje te drogen hing, zou de komende dagen ook niet meer droog worden. 

​Toen we eindelijk uitgepakt waren deden nog maar een rondje over het resort met onze camera's. Er was hier immers ook genoeg te zien, hadden we in de afgelopen uren al ontdekt. Niet alleen de otter en de aapjes, vlakbij de bar hadden we ook blauwe landkrabben in holletjes zien wegduiken, er vlogen insecten en vogeltjes rond en er was nog een zonnetje doorgebroken, wat de prachtige groene omgeving nog mooier maakte. En er klonken ook allerlei gekke geluiden, waaronder die van brulapen en kapucijnaapjes, die nog steeds op het resort rondhingen bij hun ene vriend met chocoladereep.

Witschouderkapucijnaapjes vlooien elkaar

​Aan het eind van de middag ging de zon onder en toen werd het snel te donker voor fotografie. We merkten ook hoe moe we waren en een tikkeltje hongerig, dus we keerden terug naar de hut om ons op te maken voor de avond. Het viel ons op hoe, met het verdwijnen van de zon, de geluiden ineens totaal veranderden. Terwijl het donker werd barstte een concert van duizenden kikkers en insecten los. De rare piepjes, knorretjes, trillers en andere ondefinieerbare junglegeluiden waren bijna oorverdovend. Het eten zou pas vanaf 19:00 uur worden geserveerd, en het was pas 17:15 uur... Toch maar wéér met de camera's erop uit! Dit keer ook met zaklampen en statieven. En een lol dat we hadden! Want ineens ontdekten we hier nu ook de diertjes van de nacht in dit resort!

Onbekend kikkertjeRoodoogmakikikker

​Toen het 19:00 uur was gingen we toch maar naar de eetzaal. We hadden honger, waren moe en eigenlijk wel klaar met deze enerverende dag. Hier kregen we een eenvoudige doch voedzame maaltijd, die we echt helemaal kapot en een beetje zwijgzaam naar binnen hebben gewerkt, waarna we terug zijn gekeerd naar onze hut en daar, ondanks de kakofonie van junglegeluiden, vrijwel direct blij in slaap zijn gevallen.

Foto’s